31 JANUARI 1991 12 Akkoord, met de aantekening dat de fractie van Groen Links geacht wil worden te hebben tegengestemd. 20. BEROEPSCHRIFT, INGEDIEND NAMENS C.P. ROOVERS DOOR ME VROUW MR. J.E. VAN KATWIJK-RUTGERSTEGEN EEN WEIGE RING BOUWVERGUNNING TEN BEHOEVE VAN DE PERCELEN LIES BOSSTRAAT 32-34-34a Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT Dit voorstel is twee keer in de commissie besproken en bij de eerste behandeling heeft de wethouder de behandeling verdaagd en meer informatie toegezegd over de aanvragen van de bouwvergunning. Er zijn hier twee bouwvergunningen afge geven; de tweede bouwvergunning was een aanvulling op de eerste aanvraag en waarschijnlijk is daarom bij de tweede aanvraag wat sneller en automatisch gehandeld en niet meer gekeken naar het bestemmingsplan, althans dat zou de veron derstelling kunnen zijn. Later bleek dat die tweede vergun ning in strijd was met het bestemmingsplan en daarom wordt die vergunning geacht nimmer te hebben bestaan. Intussen heeft de aanvrager van deze vergunningen wel gebouwd en ach teraf heeft hij illegaal gebouwd, voor een deel althans. Te gen het intrekken van die vergunningen heeft de heer Roovers beroep aangetekend en dit voorstel behelst het onge grond verklaren van het beroep. Formeel denk ik dat we moe ten handelen zoals het voorstel luidt om het beroep onge grond te verklaren en de V.V.D. kan zich hierin ook vinden. Ik kan ook nog wel begrip opbrengen voor het maken van de fout van openbare werken voor het onterecht verlenen van een bouwvergunning. Als je jaarlijks meer dan 1.500 vergun ningen afgeeft, dan kan er wel een keer een fout worden ge maakt. Wat wij echter wel treurig vinden is het feit dat de commissie in de commissiebehandeling zelf moest vragen naar meer relevante informatie; ik bedoel dan met name het ver slag van de hoorzitting en de daarbij horende brief van de voormalige buren van de aanvrager. Die brief werpt namelijk een heel ander licht op de zaak en daarom hebben wij in tweede instantie ook wat anders gereageerd dan in de eerste commissiebehandeling. Ook de beantwoording door bouw- en wo ningtoezicht heeft mij niet bepaald tevredengesteld, dat vind ik jammer. De V.V. D.-fractie gaat wel akkoord met het voorstel. Ik heb naar aanleiding van het voorstel nog een vraag: het voorstel geeft eigenlijk drie soorten oplossin gen aan over hoe het college nu zou kunnen handelen naar de aanvrager van die bouwvergunningen toe. Het is niet duide lijk hoe het college handelt en dat hoeft volgens het voor stel ook niet, maar ik ben er wel benieuwd naar. Ik hoop na melijk dat het college deze bouw mee zal bestemmen in het komend bestemmingsplan en de bouw zodoende legaal zal ver klaren. De heer GARRITSEN Twee keer hebben we hierover in de commissie gepraat. Ik wil me beperken tot een paar opmerkingen, die, denk ik,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 12