27 maart 1991 120 de in Batavia en na lange tijd gewoond en gewerkt te hebben in Wageningen en Delft, waarbij het zijn van marine-offi cier, raadslid in Delft en Uw vorige werkkring Binnenlandse Zaken hoogtepunten zullen zijn geweest, solliciteerde U naar de functie van gemeentesecretaris hier in de gemeente Breda. Nog een tijd op en neer pendelend en nu met Uw echt genote Marloes en kinderen wonend in één van de meest noor delijke delen van onze gemeente. Jaren geleden een bij uit stek prachtig poldergebied genaamd Asterd en nu een woonge bied waar het goed toeven is met een uitzicht op de bekende Asterdplas. Redenen genoeg om U als secretaris van deze ge meente volledig in te zetten voor deze functie. Een functie die, en dat zullen we met elkaar eens kunnen zijn, nogal wat vergt. Er wordt rechtvaardigheid en billijkheid ver wacht, inzicht in maatschappelijke verhoudingen en een gede gen kennis en wijsheid voor de beoordeling van zaken, een scherpe juridische kijk en vooral een goed doorzettingsver mogen. De secretaris is het hoofd van het hele gemeentelij ke apparaat, als ook de voornaamste adviseur voor deze raad en het college, maar vaak ook de meest bekritiseerde per soon. U wist wellicht wat U te wachten stond. Wij hier in deze raad hebben U ervaren als een stille werker, een secre taris is iemand die vrijwel nooit aan het woord is, zij het dat U daarstraks bij punt 53 wel een poging daartoe waagde. Uw plaats naast de voorzitter leek niet veelomvattend. Vaak sjouwend met grote mappen, commissie- en raadsstukken. De agenda goed volgend en in die raadsvergaderingen waar dat wat stringenter nodig was, de tijd goed in de gaten hou dend. Moest er gestemd worden, dan werd er wat actie onder nomen of, in wat moeilijkere situaties, de gemeentewet erop nageslagen. Om de bodes het nodige werk te verschaffen liet U zo bij regelmaat een glaasje aanrukken. Gevuld met water, althans daar gaan we vooralsnog vanuit. Keer op keer, en was het glas niet groot genoeg, dan wist de bode daar wel raad mee. Een keer minder lopen, moet hij wel gedacht heb ben. In de pauzes van de raadsvergaderingen leek U vaak een ware archivaris. Want daar was U een kei in: ordenen, zaken op een rij zetten, afspraken maken en met iedereen in de weer zijn. Een bezige bij, zoals men dat wel noemt. U deed Uw werk naar onze beoordeling zoals dat van een secretaris wordt verwacht. En het is juist daarom dat het velen zal hebben verbaasd te moeten vernemen dat U van plan was Uw functie neer te leggen. Was het secretaris zijn dan toch te zwaar? Was het dan toch niet datgene wat U boeide? Voor de meesten van ons zullen dat vragen zijn, waarop het antwoord schuldig zal blijven. Hoe het ook moge zijn, maar als Uzelf vindt dat U aan de honderd procent of soms meer dan dat wat van iemand wordt gevraagd niet in die mate kunt voldoen, is het wellicht beter er een punt achter te zetten, hoe moei lijk zo'n beslissing voor Uzelf, maar ook zeker voor diege ne die destijds de keuze maakte, ook moge zijn. En toch zal er bij een volgende keuze weer aandacht besteed moeten wor den aan de vele eigenschappen die een gemeentesecretaris in zich moet hebben. De tijd van langere periodes, waarover ik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 120