2 MEI 1991 129 male fractieoverleg en als het echt spannend wordt, een uit gebreid fractieoverleg. Ook wil ik niet ingaan op de bijzon der pikante discussie waarover U vast ook wel een mening zult hebben, over wie nu eigenlijk de meest liberale partij is: D66die ook voor deregulering is, of de V.V.D. Helaas bleef die vraag nog onbeantwoord. Het deed mij een beetje denken aan de lood-om-oud-ijzer theorie, die in het C.D.A. wel eens opgeld doet in dezen, als het gaat om het meest li berale gehalte. De VOORZITTER Nog steeds hoor, in Uw partij, in theorie. De heer DUBBELMAN Thans toekomend aan het voorstel, mag ik U zeggen dat on ze fractie alleen maar pluspunten ziet. Wij kunnen Uw wet houder daarmee complimenteren. De pluspunten formuleer ik als volgt: het voorstel bevordert de aantrekkelijkheid van Breda voor het kooplustig publiek. Het voorstel heeft de in stemming van de meest betrokkenen, hier net genoemd, de Ka mer van Koophandel, waarin overigens ook de werknemersorga nisaties participeren, de contactcommissie middenstand/groot- winkelbedrijf en de vereniging van ambulante handel. Het voorstel heeft goede nota genomen van de bezwaren die met name de meest direct betrokkenen hebben ten aanzien van de eerste variant waarin de openingstijden verruimd worden. Maar voor de goede orde wil ik nadrukkelijk stellen dat het C.D.A. die bezwaren volledig deelt en dat we ook blij zijn met keuze 2Onze vreugde wordt nog verhoogd door het feit dat het niet ontheffen is terwille van het onthef fen, maar dat het ontheffingenbeleid gevoerd wordt met ma te, waarover zelfs de commissie wordt geïnformeerd. Wat zou den wij ons meer kunnen wensen over dit punt? Ik zou het niet weten. De heer MAAS Ja, ik zou het wel weten. Ter besluitvorming ligt thans voor ons het collegevoorstel met betrekking tot de winkel sluitingstijden. Het voorstel behelst een verruiming op ex perimentele basis van de openingstijden op zondag. Ter advi sering was dit voorstel voorgelegd aan de Kamer van Koophan del en enkele middenstandsorganisaties. Tot mijn verbazing dus niet aan de dienstenbonden van F.N.V. en C.N.V. Tijdens de commissiebehandeling heeft de wethouder, na opmerkingen hierover, toegezegd deze wel in de evaluatie te zullen be trekken. Inmiddels heeft de dienstenbond F.N.V. in een brief aan het college haar standpunt met betrekking tot dit experiment uiteengezet. Zij ziet dit als een zeer ernstige aantasting van de arbeidsomstandigheden van de werknemers in de detailhandel en mijn fractie sluit zich bij deze kri tiek aan. Vanuit het belang van de werkende mens in de de tailhandel stemt mijn fractie dus tegen dit voorstel. De heer DE LEEUW

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 129