2 MEI 1991
134
sprake meer is van een inspraakavond, maar van een informa
tieavond, ook al staat het onder het kopje inspraak, wat
wellicht nog enige verwarring zou kunnen geven, maar wij we
ten met elkaar duidelijk wat wij bedoelen - het verslag van
die avond; het door de insprekers in de commissievergade
ring ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer ingebrachte;
het bestuderen van briefwisseling tussen gemeente en betrok
ken bewoners; en de discussie in de commissie zelf. Helaas
moest worden geconstateerd dat de relatie tussen vertegen
woordigers van de omwonenden en de gemeente ernstig is ver
stoord en dat dit nimmer een goed begin is om een voorberei-
dingsbesluit te nemen. Tevens menen wij te mogen stellen
dat de op deze wijze door de gemeente gevolgde aanpak zich
zeker niet verhoudt met ons streven om de kiezer in grotere
getale naar de stembus te krijgen. Het gaat er niet om dat
de C.D.A.-fractie bewoners te allen tijde hun gelijk wil ge
ven, of dat bewoners sowieso hun gelijk moeten hebben. Naar
wij hebben begrepen gaat het deze bewoners ook niet om het
tegenhouden van het voorstel, maar om een gehoor te hebben
bij de gemeente inzake de door hun gevreesde gevolgen van
de vestiging op hun woon- en leefomgeving. Kortom, de
omwonenden hebben niet het gevoel door de gemeente serieus
te worden genomen. Vandaar ons verzoek in de commissieverga
dering om vóór de raadsbehandeling van heden een nieuw ge
sprek met de omwonenden te organiseren ten einde, en zo is
het ook geformuleerd, de lucht te klaren en dus mogelijke
problemen in het vervolg van de procedure - en wij weten
welke mogelijke problemen er zouden kunnen gaan ontstaan -
zoveel mogelijk vanaf dit moment te voorkomen, mede gelet
op de verschillende toezeggingen en de procedure die ge
volgd is vanuit het college. De C.D.A.-fractie heeft in de
commissie zijn advies over het voorstel onthouden in afwach
ting van de resultaten van het door de voorzitter van de
commissie toegezegd ambtelijk overleg met de omwonenden ten
aanzien van een aantal aspecten. Een aantal andere aspecten
zou pas aan de orde kunnen komen op het moment dat meer dui
delijkheid was omtrent het totale gebied. Onze fractie
heeft kennis genomen van het feit dat dit overleg niet
heeft plaatsgevonden en dat is voor onze fractie toch een
bijzonder moeilijk punt. Tevens heb ik begrepen uit een
brief die we hebben gekregen, dat het ook in de nabije toe
komst blijkbaar niet zal plaatsvinden. Wel is het zo, en
dat is positief, dat het plan op 7 mei aanstaande zal wor
den besproken met de overleggroep Brabantpark in het kader
van het buurtbeheer. Nogmaals, dit is op zich positief te
noemen, doch is op dit moment voor ons onvoldoende te kwali
ficeren, omdat in deze groepering slechts een vertegenwoor
diging van de omwonenden aanwezig is en er ten aanzien van
de groepering onwonenden, onder andere Koolwijkpark, andere
toezeggingen zijn gedaan door Uw college in schrift vastge
legd. Mede gelet op datgene dat we geconstateerd hebben -
de verstoorde relatie tussen de buurtbewoners en onze ge
meente - zijn wij van mening dat zeker hier op zijn plaats
is dat een èn-èn overlegsituatie plaatsvindt. Dus èn over-