2 MEI 1991
136
De heer VAN GURP
Mevrouw Van Bergen, in de commissie heeft U reeds vurige be
togingen gevoerd over dat aantal van meer dan 3 00 parkeer
plaatsen. Wordt het niet eens tijd dat we zeggen: dat is
genoeg. Temeer omdat we hier spreken over een school waar
van de gebruikers toch allemaal een gratis openbaar vervoer
kaart hebben en waarlangs drie openbaar vervoerlijnen zul
len worden gelegd. Ik denk dat we nu wel kunnen zeggen: 300
parkeerplaatsen zijn genoeg hier.
Mevrouw VAN BERGEN-NIJEHOLT
Ik denk dat we die zaken dan toch meer integraal zouden moe
ten bekijken. Je kunt wel zeggen: wij stoppen met het maken
van parkeerplaatsen, maar dan ben je er nog niet, daarmee
heb je je openbaar vervoer nog niet aangepast op het door
U, door mij en ook door ons hevig gewenste gebruik van het
openbaar vervoer. Dus wat dat betreft kan natuurlijk wel
daar de wens de vader van de gedachten zijn, maar ik denk
niet dat je er daarmee bent. Als ik mijn verhaal mag afma
ken, de parkeergelegenheid bij deze school vinden wij, zo
als gezegd, te weinig. Mijn vraag aan de wethouder is tevo
ren een parkeerbeleid te voeren, met de nadruk op tevoren
en niet als de problemen zijn gesignaleerd, want die zullen
er komen. De Hogeschool ligt op een goed bereikbare loca
tie voor openbaar vervoer, maar ook voor andere soorten van
vervoer en de hele hogeschoollocatie komt op dit moment erg
onder druk te staan, ik noemde reeds de Claudius Prinsen
laan, maar ik kan ook nog verwijzen naar de Zuidelijke Rond
weg en de aanpassing van het gebruik van de Zuidelijke Rond
weg zoals wij dat hebben beoogd en zoals dat nu ook is geëf
fectueerd, voorts verwijs ik naar met name de Beverweg, de
druk op deze wijk komt ook steeds heviger naar voren en ik
noem nog even de Lovensdijk en De La Reyweg met de gro
te scholencomplexen. Ik vraag via de voorzitter aan de wet
houder om, voordat de Hogeschool is gerealiseerd, deze za
ken in zijn gezamenlijkheid een keer in de commissie ruim
telijke ordening, verkeer en vervoer aan de orde te stel
len, integraal dus verkeer en het parkeren.
De heer GARRITSEN
Op zich is er niet zoveel aan toe te voegen. Met name de
C.D.A.-fractie zegt dat het overleg met de omwonenden over
de locatiekeuze vrij matig tot slecht is geweest. Ik denk
dat je ook je hand in eigen boezem moet steken, want op het
moment dat het college naar buiten kwam met een persbericht
over waar men de Hogeschool gaat vestigen, moet je als par
tij zeggen: zijn er meer afwegingen geweest, moet je het
op die manier doen, zijn er andere locaties aan de orde ge
weest? Daarmee moet je niet komen op het moment, want dan
ben je erg laat, dat de inspraak naar de bewoners aan de or
de is. In politieke zin moet je zelf ook kijken of je dat
een geschikte locatie vindt, ja of neen en je moet kijken
welke keuze het college heeft gemaakt naar aanleiding van
het onderzoek dat men steeds zei te hebben gedaan. Dat loca-