31 JANUARI 1991 15 straks een bestemmingsplan maken en daar passen we het wel in; of U moet bedoelen: in het huidige bestemmingsplan wil len we dit soort activiteiten niet en dan doen we dat niet. Maar ik proef daar toch meer uit dat U zegt: we passen het bestemmingsplan wel aan en dan is de zaak geregeld. Ik vind dat je dan omgekeerd gaat werken, maar ik hoop dat ik het fout heb. Wethouder RATTINK Ik zei: het bestemmingsplan kan wellicht een oplossing bie den. In die zin bedoelde ik ook in de richting van mevrouw Van Bergen dat we daarop in de commissie nog terugkomen. Het punt is: als iemand te goeder trouw handelt met een fout afgegeven bouwvergunning - we hebben het in de commis sie uitvoerig daarover gehad - dan is het niet zaak om nu te zeggen: je moet de boel nu maar afbreken. Dus dat bete kent in ieder geval gedogen en je kijkt of je dat in de toe komst wellicht kunt legaliseren in het bestemmingsplan. In die zin heb ik gezegd: ik wil daarop in de commissie nog te rugkomen. Wat Uw andere opmerking betreft, het is de gewoon te dat de zaken worden gecheckt. Die procedures zijn er ge woon, maar wat dat betreft zei ik U al dat U van mij geen honderd procent kunt krijgen, maar het streven is erop ge richt om die honderd procent te halen. De procedures zijn duidelijk voor wat dat betreft en daarin hoeven op zich geen wijzigingen plaats te vinden. Akkoord. 21. HET ONTVANKELIJK VERKLAREN VAN EEN 6-TAL VERZOEKEN OM PLANSCHADEVERGOEDING EX. ARTIKEL 49 VAN DE WET OP DE RUIMTELIJKE ORDENING EN HET BENOEMEN VAN EEN SCHADEBE- OORDELINGSCOMMISSIE De heer GARRITSEN Punt 21 is in feite eenzelfde situatie: wéér een commissie in het leven roepen om te kijken naar de planschade. Het probleem dat zich nu voordoet is dat een aantal mensen heeft gezien dat er uitkeringen mogelijk zijn en als we hiermee akkoord gaan dan kunnen we morgen een nieuw beroep verwachten van mensen die ook in die buurt wonen en zo blijf je daarmee bezig. Ik vind dat het college daarop heel alert moet zijn en naar onze mening een ander standpunt zou moeten innemen, want je blijft ermee zitten. Er kunnen nog honderd van die bezwaarmakers komen en dan kun je nog hon derd keer een commissie benoemen. Wethouder RATTINK Het is een stemverklaring van de heer Garritsen en over dit onderwerp blijven we voorlopig van mening verschillen. Akkoord, met de aantekening dat de fractie van Groen Links geacht wil worden te hebben tegengestemd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 15