2 MEI 1991 155 94. VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR EEN TWEETAL TERREINEN, RES PECTIEVELIJK GELEGEN AAN DE HAMDIJK EN DE NIEUWE KA- DIJK. Akkoord 96. VERZOEKEN OM PLANSCHADEVERGOEDING ALS GEVOLG VAN DE RE ALISERING VAN DE WOONWAGENLOCATIE AAN DE RUITERSBOSL- AAN. De heer VAN DE STEENOVEN De laatste tijd maken nogal wat autoriteiten, tot op minis tersniveau, zich mijns inziens terecht zorgen over het ver minderend normbesef in onze samenleving. Er zou te weinig betrokkenheid zijn bij de naleving van wetten en regels in ons land. En dat leidt tot het massaal overtreden van voor schriften. Overtredingen zoals te hard rijden, fout parke ren, zwartrijden in het openbaar vervoer, belastingontdui king en noemt U maar op. De betrokkenheid bij de handha ving van de rechtsorde is mijns inziens heel sterk afhanke lijk van de mate waarin de burgers ons rechtsstelsel als rechtvaardig en doelmatig ervaren. En dan kom ik tot dit voorstel, dat naar mijn mening het gevoel van rechtvaardig heid van onze wetgeving bij erg veel Bredanaars in hoge ma te aantast. De villabezittende Bredanaar, die tijdig met een goede advocaat een beroep doet op artikel 49 van de Wet ruimtelijke ordening, krijgt twee ton schadevergoeding uit betaald, omdat op enkele tientallen meters van zijn huis een woonwagen is neergezet. De gewone Bredanaar, die in een huurwoning woont en die vaak de woonwagens nog veel dichter bij zijn huis heeft gekregen, krijgt noch een schadevergoe ding noch huurverlaging. Hoewel dit voorstel tot uitkering van die schadevergoeding wellicht naar de letter van de wet op den duur onvermijdelijk zou kunnen zijn, tast het mijns inziens defacto het vertrouwen in rechtvaardigheid van on ze wetgeving en ons als handhavers van de wet in hoge mate aan. En dat moet te denken geven. Dit blijkt ook uit brie ven die onze fractie, maar ik neem aan ook de andere frac ties, heeft gekregen na de commissiebehandeling van dit voorstel. Diverse burgers hebben zich echt verontwaardigd afgevraagd of dit nou rechtvaardig is. Zij praten nu ook over een beroep doen op allerlei schadevergoedingen. Onze fractie betreurt het ook, dat het college niet is ingegaan op de suggestie van mijnheer Van Gurp om de uitkeringen wat te mitigeren, gezien de gewijzigde omstandigheden. Bijvoor beeld de wijziging op het bestemmingsplan, waarmee wij vo rig jaar akkoord zijn gegaan. Het had toch de gemeentekas vele tonnen kunnen besparen, als die mogelijkheden optimaal waren benut. Voor wat betreft ons eindoordeel zal duidelijk zijn, wij hebben dat in juni vorig jaar ook al gemeld, dat wij tegen het uitkeren van dit soort schadevergoedingen zijn. Ik noem nog even de belangrijkste argumenten. Het ont breekt hier aan een feitelijke aantasting van het woongenot of verhindering van de beroepsuitoefening. Dus echte concre-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 155