2 MEI 1991 160 opstelling niet in zijn. Een ander punt waarom haast is ge boden, is dat we nog twee lokaties moeten aanleggen in Bre da. Als we vanavond dit besluit nemen, dan kun je er gif op innemen dat er weer tientallen verzoeken richting de raad gaan komen. Ik denk dat je daarom bijna niet meer kunt wach ten met de verordening. Als mensen planschade indienen, dan komt er weer een planschadecommissie en dan gaan we weer de hele riedel afwerken, het komt hier weer op tafel en dan moeten we weer zeggen: ja of neen. Ik denk dat je dat moet blokkeren en dat je heel snel die verordening moet aanpak ken. Dat is al eerder toegezegd, maar dat kan niet vlug ge noeg. Tot slot, ik heb gemerkt en ik kan het ze bijna niet kwa lijk nemen dat van de lokaties waar het nu om gaat de men sen ook uit het Ruitersbos zeggen: in het verleden hebben wij geen planschade ingediend, omdat het voor ons heel reëel was, dat de gemeente het aantal lokaties dat ze moet aanleggen spreidt over de stad en dat je op die manier een deconcentratiebeleid opzet. Ze hadden daar alle begrip voor en hadden geen planschade ingediend, maar nu zien ze dat hier uitbetaalt gaat worden en nu zullen ze ook met hun planschade komen. Zij zeggen: die rechtsgelijkheid geldt dan ook voor ons. En dat zijn ontwikkelingen die je moet voorkomen. Daarom denk ik dat we gewoon tegen dit voorstel moeten zijn. Wethouder RATTINK In feite gaan de meeste sprekers eigenlijk niet zo zeer in op alle ontwikkelingen rond de lokatie op zich. Mevrouw Van Bergen deed dat nog even, maar ik denk dat we die discussie wel hebben gehad de afgelopen jaren in de raad. Veel meer werd ingegaan op het fenomeen planschade op zich. We hebben daarover in de commissie ook al eerder met elkaar gesproken en de heer Derijckere vroeg naar een toezegging. In feite heb ik die toezegging in de commissie al verschillende ke ren gedaan. U heeft in de commissie, en wellicht zat U er toen nog niet in, ook al een keer een notitie gehad over de planschadeverordening op zich. We hebben toen ook gezegd, dat we, na de discussie en een definitief besluit van de raad over de planschade Ruitersbos, op die verordening in de commissie zouden terugkomen. Het voornemen is om in de eerste commissievergadering na de vakantie over de planscha deverordening op zich met elkaar van gedachten te wisselen. Dan gaat het er inderdaad om of je automatisch alle verzoe ken om planschade moet doorsturen en of je dat een onafhan kelijke commissie moet laten beoordelen, ofwel dat ook de besluitvorming in de raad daarbij een rol kan spelen en dat ook de raad dan met elkaar kan afspreken wat al dan niet maatschappelijk aanvaardbaar is, zodat je niet meer automa tisch tot allerlei discussies zou komen over hoogte van be dragen, maar het allereerst ook over die maatschappelijk aanvaardbare toetsing met elkaar eens kunt zijn. Ik denk dat dan ook aan de orde kan komen of het middels contacten met andere gemeenten en de V.N.G. zinnig is, om verdere ac-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 160