2 MEI 1991 167 groep, maar voor alle burgers. Ik ga even terug naar de com missie cultuur van 23 april. Daar zijn door alle fracties veel vragen gesteld. Wij hebben veel antwoorden gekregen, een aantal zaken bleef onbeantwoord, omdat het college aan gaf: wij moeten nog nadenken en onderzoeken. Het bleek heel duidelijk dat de commissieleden geen jaknikkers waren en duidelijk hun verantwoordelijkheden kenden. Daarom was mijn fractie enigszins verbaasd over de uitlating van de schouw burgdirecteur die de andere dag aangaf op zijn beurt wat verbaasd te zijn over de reactie van de commissieleden. Hij noemde dat klein en kneuterig. Ik denk dat wij hebben aan gegeven dat wij met een hele serieuze zaak bezig zijn en dat wij niet klein en kneuterig denken, maar dat wij proberen de zaak zo goed en duidelijk mogelijk voor te stellen en nogmaals, onze verantwoordelijkheden daarin te kennen. De C.D.A.-visie in dezen is duidelijk. Wij willen een nieuwe schouwburg volgens model 2. Het is al duidelijk gezegd van wege de meerwaarde, de p.r., de uitstraling en niet te ver geten de negatieve exploitatie die bij een model 2 niet ho ger is, dan wanneer wij een schouwburg eenvoudiger zouden bouwen. Waar wij ook steeds over gesproken hebben, is het marketingplan. Dat is niet alleen een goed horecamanager maar dat zal een hele duidelijke poot moeten zijn, die uit gewerkt is. Een ander punt is de lokatie. Ook wij hebben vanuit onze achterban signalen gekregen met de vraag: is dat nu eigenlijk dè plaats? Wij menen dat Concordia moet blijven waar hij staat. Anders is het Concordia niet meer. Plus een aantal financiële De heer GARRITSEN Dat vinden wij ook. Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE Plus een aantal financiële zaken. Het bekende verhaal van de toneeltoren speelt hierbij een hele grote rol. Gelijk moeten wij constateren dat het plaatsen van de schouwburg daar waar hij nu staat, een aantal beperkingen inhoudt, met name ten aanzien van de omwonenden. Ik denk dat in het her ziene voorstel het college heeft aangegeven dat zij ten aan zien van deze problemen nu die zaak heel serieus wil oppak ken. Er staat ook dat nu indringend met de omwonenden ge sproken zal worden, om naar een oplossing te zoeken. Een an der punt dat bij deze locatie speelt is de infrastructuur. Ik wil er hier nogmaals met nadruk op wijzen dat in het ver leden te veel is doorverwezen naar het structuurplan binnen stad. Dat moet eigenlijk veel meer parallel lopen met zaken zoals het neerzetten van een accommodatie. Je moet dan niet zeggen: de invulling ten aanzien van de infrastructuur komt in een later stadium. Neen, dat moet veel duidelijker op el kaar zijn afgestemd, dat moet een samenhangend geheel zijn. Daarom waren wij blij met de toezegging van de wethouder fi nanciën, die heeft aangegeven namens zijn collega van ruim telijke ordening te kunnen spreken, dat het structuurplan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 167