16 31 JANUARI 1991 22. HET NEMEN VAN EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR DE DELEN BREDA-WEST EN BREDA-MASTBOS VAN HET BUITENGEBIED. Akkoord 23. HET NEMEN VAN EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR HET PER CEEL HAAGWEG 209 TE BREDA. De heer GARRITSEN Op zich hebben wij redelijk wat bezwaar tegen het nemen van voorbereidingsbesluiten, zeker waar je vooruit loopt op een bestemmingsplan dat nog moet worden vastgesteld. Het gaat hier om een garagebedrijf, dat een stuk uitbreiding wil rea liseren. We hebben gezien dat er een redelijk zorgvuldige procedure is toegepast. Men heeft in de buurt geïnformeerd over hoe men er tegenover staat. Wij hebben die zaak beke ken en op zich hebben wij daartegen geen bezwaren. Een vraagje nog: kunt U ervoor zorgdragen dat op het moment dat de bouwvergunning wordt verleend, ook de hinderwetvergun ning synchroon wordt verleend? Daarmee kan voorkomen worden dat er overlast voor de buurt zal plaatsvinden. Wethouder RöMKENS Wat de heer Garritsen wil, dat kan niet. Want het zijn twee naast elkaar lopende procedures. We zullen exact volgens de procedure hinderwet, ook de hinderwetvergunning afgeven. Het streven is er natuurlijk wel op gericht, mijnheer Gar ritsen. Maar U kunt die koppeling niet leggen, want dan bent U onwettig bezig en dat wilt U zelfs niet. De heer GARRITSEN Daar wil ik toch even op terugkomen. Het formele antwoord is en dat heb ik wethouder Van Dun vroeger ook wel eens horen zeggen - dat die zaken zijn gescheiden; het zijn verschil lende procedures. Gelukkig tref ik in de nota Handhaving aan, en dat is toch een beetje de geest die erachter zit, dat je wel mogelijkheden hebt om die zaken synchroon te la ten lopen. Omdat je die mogelijkheden hebt vind ik dat je in de richting van de eigenaar kunt zeggen: laten we éérst de milieuzaken goed regelen en daarna krijg je je bouwver gunning. Als je het op die wijze doet en die zaak goed in de gaten houdt, dan kunnen we akkoord gaan. De VOORZITTER Ik denk niet dat dat laatste kan als de bouwvergunning reeds is aangevraagd, want dan ben je aan termijnen gebon den. Daarop weet ik zelfs, als niet-wethoudereen antwoord te geven. De heer GARRITSEN Ter toelichting: wij komen nu met het voorbereidingsbe- sluit. Ik vind dat we moeten voorkomen dat, als er straks een bouwvergunning ligt, er problemen blijken te zijn met de hinderwetvergunning. Als zodanig vind ik dat er in dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 16