31 JANUARI 1991
17
geval een maximale inspanning moet zijn om die zaak vroeg
tijdig goed te bekijken.
Wethouder RöMKENS
Ik geef U een heel theoretisch model: degene die de bouwver
gunning aanvraagt kan op grond van het bestemmingsplan, res
pectievelijk voorbereidingsbesluit, een bouwvergunning krij
gen en op grond van de hinderwetaanvrage kan het best zo
zijn dat hij geen hinderwetvergunning krijgt. Dat kan inhou
den dat hij aanvullende maatregelen moet nemen. Het kan
zelfs zijn dat hij sowieso geen hinderwetvergunning krijgt,
afhankelijk van de opstelling van apparatuur, respectieve
lijk de activiteiten die hij daar pleegt. Dat zijn twee vol
komen naast elkaar lopende zaken. Een andere zaak, en ik
denk dat mevrouw Rattink in de commissie daarop heeft ge
doeld, is dat wij in de nota Handhaving hebben gesteld dat
wij zoveel mogelijk van dit soort zaken willen synchronise
ren, om de mensen erop te wijzen dat, wanneer men een bouw
vergunning aanvraagt waar een hinderwetplichtige activiteit
plaatsvindt, men ook een hinderwetvergunning moet aanvra
gen. Maar wij kunnen niet zover gaan, dat wij de hinderwet-
aanvragen in behandeling nemen los van of gekoppeld aan de
bouwaanvragen, net zomin als dat wij tegen de mensen kunnen
zeggen: je moet een kapvergunning aanvragen. Het is de ver
antwoordelijkheid van de mensen om die kapvergunning aan te
vragen. Bovendien zegt mevrouw Rattink dat we duidelijke af
spraken hebben met de betrokkene. Formeel zijn het dus twee
los van elkaar staande zaken. Ik wil het nog verder
De heer GARRITSEN
Waar het mij om gaat is dat straks niet die garage wordt ge
opend als er nog geen hinderwetvergunning is. Op dat moment
moet die nog gesloten blijven.
Wethouder RöMKENS
Mijnheer Garritsen, als er een hinderwetvergunning nodig is
om die garage te openen, dan kan hij die garage wel gebouwd
hebben, maar hij kan die garage niet openen voordat er een
hinderwetvergunning is.
De heer GARRITSEN
De praktijk in Breda is nog wel eens anders geweest en van
daar dat ik die opmerkingen maak.
De VOORZITTER
Ik kan de heer Garritsen nog meedelen dat landelijk al eni
ge tijd aan de orde is, in het kader van de wijziging van
de woningwetten, de discussie over de vraag of je bouwver
gunningen inderdaad los moet afgeven van alle andere proce
dures. Dit is een discussie die in de Tweede Kamer moet wor
den gevoerd. U zult dus Uw vrienden en vriendinnen in Den
Haag daar over moeten aanspreken.
De heer GARRITSEN