2 MEI 1991
180
Deze discussie over het project stadsschouwburg is naar aan
leiding van de discussie in de commissievergadering van vo
rige week, die wat anders is gelopen dan wij hadden ver
wacht. Overigens lag dit wel in de lijn van de verwachting.
Het is een project, waarbij we de afgelopen 2\ jaar toch
heel nauw betrokken zijn geweest. Niet alleen de stuur
groep, maar ook de projectgroep en alle anderen binnen de
gemeentelijke organisatie en daarbuiten - wel of niet in di
rect adviserende zin - zijn betrokken geweest bij de bijzon
der gecompliceerde problematiek als het gaat om het realise
ren van een nieuwe stadsschouwburg. Dat betekent dat de bij
zonder hevige kritiek, die dinsdag is geuit, te verwachten
was, maar dat ik die persoonlijk en ik denk dat ik ook na
mens andere leden van de stuurgroep spreek, niet heb erva
ren als een woord van: is dit nu wel het ontwerp waarmee we
moeten doorgaan? Mijns inziens was de kritiek gebaseerd op
de signalen die men had gekregen vanuit de eigen politieke
verantwoordelijkheid, maar ook vanuit de verschillende ach
terbannen. Men wilde het college er nog eens kritisch aan
herinneren dat een aantal zaken dat werd voorgesteld als
ontwerpplan, niet gekwalificeerd kon worden als definitief
ontwerp. Dat signaal werd heel duidelijk opgenomen en het
heeft de dag erop geleid tot het formuleren en het vaststel
len van een preadvies dat Uw raad vandaag op de agenda aan
treft. Dat betekent dat het brengen van zo'n preadvies en
zo'n concept-besluit voor Uw raad, voldoende moet zijn om U
ervan te overtuigen dat de meerderheid van het college voor
lopig op de weg doorgaat die eerder is uitgestippeld. Dit
lag ook in de lijn van de verwachting, als het ging om de
afspraak die we in december 1988 hebben gemaakt, om het rea
liseren van een schouwburg in deze stad tot prioriteit te
verklaren. Alleen was toen nog niet bekend in welke mate en
op basis van welk program van eisen we verder zouden wer
ken. Het grote aantal opmerkingen dat vorige week dinsdag
is gemaakt en waarop in alle redelijkheid geen antwoord was
te geven, heeft in ieder geval het college gesterkt en er
van overtuigd dat we alleen maar naar Uw raad kunnen komen
met een definitief ontwerp dat in alle opzichten zal moeten
voldoen aan datgene dat volgens de standaardregeling aan
zo'n definitief ontwerp is gebonden, maar ook zal moeten
voldoen aan datgene dat in de randvoorwaardelijke sfeer is
vereist. We kunnen niet weglopen voor de realiteit en een
aantal zaken moeten we schetsen, daarvoor moeten we rich
ting aangeven en we kunnen niet zeggen dat wij daarop in de
loop van de bouwvoorbereiding of tijdens de bouw terugko
men. Dat is overigens ook duidelijk niet de bedoeling van
het college geweest. Alleen lagen met de voorbereiding van
een aantal projecten door de stuurgroep de werkmomenten zo
dicht bijelkaar - in tegenstelling tot wat een van de laat
ste sprekers suggereerde - dat een aantal zaken wel is ge
constateerd, is aangestipt en in verslagen vastligt, maar
nog niet in alle finesses, in al zijn gedetailleerdheid
en met al zijn consequenties op papier stond, ook finan
cieel niet. Vorige week zijn, vlak voor de gecombineerde