2 MEI 1991
183
aanzien van de hinderwet, de brandweer en een aantal andere
zaken die U heeft genoemd en die zeker niet marginaal ge
toetst zullen worden maar waarvan wij klip en klaar zullen
zeggen, wat wel en niet mogelijk is. Over de stedenbouwkun
dige voorwaarden vindt overleg plaats met welstand, waarmee
overigens een aantal afspraken zijn gemaakt, hetgeen we de
architect vorige week ook nog eens nadrukkelijk hebben la
ten weten. We hebben dat overigens steeds gedaan. Al die za
ken zullen, voordat er een definitieve besluitvorming
plaatsvindt, op tafel moeten liggen en in beeld gebracht
moeten zijn. Dat wil zeggen dat wij dan richting zullen ge
ven en gegeven hebben aan de oplossingen die wij voor ogen
hebben. En dat geldt voor alle zaken die U in de commissie
heeft genoemd en die vanavond voor een groot deel zijn her
haald.
De heer TAKS
In de raad van juni allemaal, voorzitter?
Wethouder ADANK
Ik denk dat een aantal zaken dat vandaag is genoemd, maar
ik kom direct nog expliciet op de verschillende onderwerpen
terug, in de raad van juni duidelijk zal zijn. Ik denk ook
al eerder, als we spreken over de commissie ad hoc. Want
als de raad, of de meerderheid van de raad, vanavond het be
sluit neemt tot het accorderen van deze tussenstap die het
college voorstelt naar een definitief ontwerp, dan betekent
dat dat morgenochtend de brieven uitgaan naar de fracties
om de deelnemers aan te wijzen die in de commissie ad hoe
zullen plaatsnemen. Wat betreft het verzoek van D66 naar
een totaalplanning kan ik U toezeggen dat die op korte ter
mijn naar de leden van de commissie cultuur en financiën ge
stuurd zal worden, zodat we met elkaar weten wat er in mei
en juni tot aan 27 juni moet gaan gebeuren. We hebben inge
bouwd dat, mochten er fricties zijn die leiden tot structu
rele knelpunten, waarover een stukje heroverweging moet
plaatsvinden, het college dan ogenblikkelijk via de stuur
groep en ook de commissie ad hoe daarover zal worden geïn
formeerd en dat het college alsdan over zal gaan tot andere
besluitvorming. Maar dat kun je pas doen als je de zaak dui
delijk op tafel hebt en kunt beoordelen, en voorts op basis
van, nog steeds, de uitspraken die Uw raad eerder heeft ge
daan. Over de opmerking over het monumentenbeleid wil ik
het volgende zeggen. We zijn juist het laatste halfjaar
heel nadrukkelijk met de formulering van het monumentenbe
leid bezig geweest. Dat vindt plaats op basis van de monu
mentennota 1989 en op basis van de deelnota's. Dat gebeurt
in goed overleg, laat ik dat nog eens benadrukken, want ik
heb van de laatste spreker daarover een negatieve kwalifica
tie gekregen, die ikzelf bijzonder vervelend vind. Want
ik heb zelf als verantwoordelijk wethouder de indruk dat we
op een heel serieuze manier met het monumentenbeleid bezig
zijn. Ten aanzien van een aantal aspecten van het monumen
tenbeleid zal in overleg met de commissie de evaluatie moe-