2 MEI 1991 186 De heer W. VAN DONGEN Ik begrijp dat de V.V.D.-fractie op 27 juni de schouwburg wil openen. Mevrouw NEEB-WIEGERSMA Neen, maar ik zou nog een hele hoop vragen kunnen stellen waarvan U niet weet of het bijvoorbeeld wel of niet in de 41 miljoen is meegenomen en dan komt U wel voor enorme verrassingen te staan als we straks aan het bouwen zijn en dan wil ik liever niet zeggen: dat hadden we misschien be ter moeten bekijken. Ik wil graag weten wat er wel en wat er niet wordt meegenomen in de 41 miljoen. Ik weet niet of U zich de commissievergadering van 23 april herinnert, maar toen was er zelfs binnen de ambtenaren en binnen het college onduidelijkheid over wat er wel en wat er niet was meegenomen in het hele plan. Die duidelijkheid wil ik zeer inzichtelijk voor me hebben. Ik wil duidelijkheid hebben over de exploitatie, wie dat doet en of het haalbaar is. An ders kan de V.V.D. geen weloverwogen beslissing nemen op 27 juni aanstaande. De heer VAN OS In eerste instantie antwoordt de wethouder dat hij een defi nitief ontwerp, gebaseerd op de standaardrichtlijnen, en in de randvoorwaardelijke sfeer op 27 juni zal presenteren. La ter hapert hij daarbij weer enigszins. Ik zou, evenals me vrouw Neeb, graag nogmaals bevestigd zien dat hij dat haalt op dat moment. Want waar gaat het om? Het gaat erom dat de kritische kanttekeningen die over het proces zijn gemaakt nu ook duidelijk zijn en dat dat proces dus ook op 27 juni tot besluitvorming kan leiden. Als op 27 juni het defini tief ontwerp voor de D66-fractie niet bevredigend is, dan ontstaat voor onze fractie een geheel nieuwe situatie. Tot slot, de heer Garritsen heeft in eerste termijn enige opmer kingen gemaakt over de D66-fractie in relatie tot monumen ten. De D66-fractie heeft het daarmee zeer zwaar gehad; dat hebben we ook in eerste termijn aangegeven. De D66-fractie heeft wel een keuze willen maken, een keuze binnen de sec tor cultuur en die is voor de meerderheid van de fractie in dit geval uitgevallen vóór een schouwburg. De heer GARRITSEN Een paar korte vragen waarop ik geen antwoord heb gekregen in de eerste termijn. Ik vroeg waarom in de uitnodiging voor de presentatie van de heer Van Schijndel gesproken werd over een definitief ontwerp, terwijl er geen defini tief ontwerp was? Mijn tweede vraag: waarom was het bestuur lijk onverantwoord om het definitieve besluit tot eind mei uit te stellen, terwijl het nu uiteindelijk tot 27 juni wordt uitgesteld? Mijn derde vraag gaat over die doek- shelters. Ik heb alles nageplozen, ik heb contact ge had met de milieudienst en ook die komt er niet uit of er in die 41 miljoen een paar ton zit voor een aantal dockshelters. Kunt U dat meedelen? Het volgende punt heb

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 186