30 MEI 1991 206 gehanteerde procedures. Wat nu aan de orde is, is de beoordeling van de aanvaardbaarheid van dit milieu-effectrapport. Niet meer maar zeker ook niet minder dan dat. In de MER wordt op diverse aspecten zeer uitvoerig ingegaan. De beschrijving van de huidige situatie is zeer grondig geschied, terwijl ook het beleidskader duidelijk is afgebakend. Er is uitgebreid gestudeerd op de effecten van de voorgenomen activiteit zijnde de mogelijke aanleg van een golfbaan volgens een van de alternatieven, voor bodem, grondwater, kwel, flora, fauna en omgeving. De aandacht die daarnaast aan cultuur-historische aspecten wordt besteed, verheugt onsSommige zaken echter komen wat kariger of in een andere vorm aan de orde dan in de richtlijnen voor de MER gesuggereerd was. In dit preadvies wordt dit door het college ook onderkend en in de commissie vergadering is hierop door ons ook al ingegaan. De door de wethouder toegezegde nadere toelichting op de locatiekeuze vanuit de eigen verantwoordelijkheid van de gemeente, want de notitie "Golf 't Hout, nader beschouwd" die als aanvullend onderdeel van deze MER beschouwd zou moeten worden steekt wel erg schriel af bij de MER, wordt door ons met belangstelling tegemoet gezien. Bij de vaststelling van het bestemmingsplan buitengebied zal nog uitvoerig op de mogelijke autonome ontwikkeling van het gebied, bijvoorbeeld in relatie met het land schapsbeleidsplan worden ingegaan, in aanvulling op hetgeen dat thans in het MER-rapport staat. In dit stadium hoeft daarop door ons dan ook niet verder te worden ingegaan. Resumerend kan worden gesteld dat deze MER voor de V.V.D. voldoet aan alle gestelde eisen en, met inachtneming van de kanttekeningen die ik erbij heb geplaatst, tegemoet komt aan de richtlijnen. Als zodanig zal de MER een van de hulpmiddelen zijn die de raad straks in staat moet stellen om een goede afweging te maken bij de uiteindelijke inhoudelijke besluitvorming met betrekking tot het al dan niet vestigen van een golflocatie in 't Hout. De heer GARRITSEN Op dit moment is de beoordeling van een MER aan de orde, maar in de MER die voor ons ligt wordt toch ook nogal aandacht besteed aan de hele planvorming die hier aan de orde is. En dan is het toch denk ik zo datje niet kunt zeggen: we stellen nu deze MER vast en we gaan het straks wel verder bekijken. Er is natuurlijk een aantal initiatieven al genomen, bestuurlijk: dat men uitsprak in het hoofdstructuurplan van dat gebied dat men daar in 't Hout kantoorlocaties mogelijk achtte en dat men daar mogelijkheden zag van een golflocatie. Dat zijnbestuurlijkeuitgangspunten die op dat moment niet echt onderbouwd waren. Vervolgens is er een structuurplan gekomen waarover de P.P.C. op dat moment al negatief oordeelde en tenslotte is er een ontwerp-bestem- mingsplan gekomen waarbij ook de P.P.C. weer de nodige kanttekeningen maakte en niet alleen over deze aanleg van een golflocatie. Dan denk ik toch: na al die stappen die vooraf genomen zijn, ook nog nadat er kritiek kwam: een locatie-onderzoek waarmee het college is gekomen, doen we het wel op de juiste manier? Ik denk dat je toch eerst moet afspreken, politiek, of je zoiets wilt binnen je grenzen, datje zo'n ruimtebeslag voor die golflocatie daar wilt, en dan denk ik toch ook dat je overleg moet hebben met de omliggende gemeentes hoe je die zaak oppakt. Want als dan toch een aantal keren in het portefeuilleoverleg aan de orde is gekomen dat er initiatieven liggen in Oosterhout, waar een aantal zaken is gerealiseerd, inTeteringen initiatieven, in Ulvenhout initiatieven en in Prinsenbeek, dan denk ik, het lijkt mij zinvol om die zaken op elkaar af te stemmen. Als ik van de initiatiefnemers hoor in de vergadering: een 9-holes baan is niet rendabel, dan vraag ik mij af: de 9-holes banen die nog aangelegd moeten worden, heeft dat dan wel zin als die toch niet rendabel zijn? Dan lijkt het mij zinvol om daar coördinerend op te treden en dat zou zeer zeker door Breda, vind ik, moeten gebeuren. Dan naar de MER. Voldoet die aan de richtlijnen? Ik wil niet de discussie uit de commissie over doen, maar twee punten wil ik er toch nog even uithalen. Het eerste punt is dat je bij een MER tegenover elkaar afzet de aanleg van een golflocatie op dat terrein tegenover de autonome ontwikkeling. Die autonome ontwikkeling is gekozen voor de voortzetting van de landbouw in dat gebied (agrarische bestemming). Ik denk, en dat heb ik in de commissie toen ook aangegeven, dat de autonome

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 206