30 MEI 1991
207
ontwikkeling van een gebied gerelateerd zou moeten zijn aan het landelijkbeleid dat op dit moment
vastligt. Dat is in feite dat wat hoort bij de hoofdstructuur. Dan is het zo datje ook de autonome
ontwikkeling niet tegenover die agrarische bestemming moet zetten, maar tegen de keus die het
Rijk heeft gemaakt en dan denk ik dat de MER-rapportage er wel anders uit zou kunnen zien
met het lijstje van de plussen en de minnen. Wij vinden de MER op dat punt niet aanvaardbaar.
Het tweede punt betreft de gevolgen voor de infrastructuur. In de MER is dat niet echt aan de
orde gekomen. Dat is eigenlijk toch wel een verplichting, die erbij zou moeten zitten. De
verkeersaanvoer en -afvoer, de parkeerplaatsen op het terrein die moeten worden aangelegd, de
recreatiedruk op het gebied. Dat is ook iets dat ontbreekt. Willen we dat later wel hebben dan
betekent dat dat we dan een apart onderzoek moeten doen en dat wij dat zelf moeten betalen.
Het laatste punt is het volgende. Ik dacht dat de V.V.D.-fractie, als ik het goed heb, sprak over
het bestemmingsplan 't Hout, maar inmiddels is het zo dat dit gekoppeld gaat worden aan het
bestemmingsplan buitengebied, en
De heer MEEUWISSEN
Ik heb het ook over het bestemmingsplan buitengebied gehad.
De heer GARRITSEN
Dan heb ik het denk ik van een andere fractie gehoord, maar waar het mij om gaat is dat wij
op zich die discussie al eerder hebben gevoerd toen de golflocatie aan de orde was. Moet je dat
niet bij het buitengebied betrekken? Toen is daarop geen enkele reactie gekomen. Nu wordt het
erbij gepakt en dan zou je kunnen volhouden: het heeft te maken met het feit dat je een beek
en een beekdal in een bestemmingsplan meeneemt, maar dat had je al eerder kunnen beschouwen.
Ik denk dat er motieven zijn om een golflocatie te realiseren. Als we het bestemmingsplan van
't Hout verder willen ontwikkelen gaat dat zoveel tijd vergen datje het nu makkelijker en sneller
kunt realiseren mits je het aanhaakt bij het bestemmingsplan buitengebied. Ik denk dat dat aan
de ene kant inhoudelijk een goede zaak is, maar als het gaat om die golflocatie makkelijk mogelijk
te maken, plaatsen wij daar toch wat kanttekeningen bij. Wij hadden liever een andere keuze,
een andere motivering gehad waarom het daar nu bij moet. Toen wij dat aan de orde hebben
gesteld is gezegd: het stedelijk gebied grenst bij het beekdal en nu is het zo dat het bestemmings
plan 't Hout, dat het college in ontwerp gereed heeft, voor een deel verkleind gaat worden. Al
met al denken we dat we hiermee niet akkoord moeten gaan. Het is veel beter om de zaak af
te blazen. Eén opmerking heeft de C.D.A.-fractie dan zeer zeker wel gemaakt. Deze ging over
de T.G.V. Het is voor ons ook een beetje moeilijk als de P.P.C., en dat zijn dan niet de
gedeputeerden, zegt: veel problemen
Wethouder RöMKENS
Het is diezelfde P.P.C. die met die commentaren kwam, waar U net mee schermde.
De heer GARRITSEN
Ik las in de krant dacht ik dat het de gedeputeerden waren die met het verhaal kwamen over de
T.G.V.-aanleg. Waar ik het over heb is het volgende. Als de P.P.C. zegt dat die golflocatie toch
een probleem is als je kijkt naar de waarde van een beekdal datje in feite wilt behouden, en dat
diezelfde provincie dan, laat ik het dan zo zeggen, met een tracé voor de T.G.V. komt dwars
door dat beekdal heen, dan weten we wèl wat we zouden moeten kiezen. Dat zal duidelijk zijn,
maar die keuze ligt er op dit moment nog niet.
Wethouder RöMKENS
Iedereen heeft nadrukkelijk gezegd dat we nu niet kiezen voor een golflocatie en de een heeft
daarvoor meer woorden gebruikt dan de ander. Ik wil dat nog eens nadrukkelijk onderstrepen