30 MEI 1991 in de richting van de heer Meeuwissen, de heer Blommers, de heer Van Os en de heer Peeters. Ik herhaal nogmaals, mijnheer Meeuwissen, de locatiekeuzenotitie, de aanvullende, heb ik toegezegd, en ik heb de gewoonte toezeggingen na te komen. In de richting van de heer Garritsen is het beantwoorden wat moeilijker. We hebben een uitvoerige discussie gehad over de aanleg van de golflocatie als onderdeel van de MER-rapportage versus de autonome ontwikkelingen. Dat zijn zaken die ook afgestemd zijn met de MER-commissie en ik respecteer zijn opvatting dat je de toekomstige milieuvriendelijke ontwikkeling ook als autonome ontwikkeling kunt zien, maar volgens de normale procedures wordt dat niet onder de autonome ontwikkelingen verstaan. Ik kan me wèl voorstellen en daarom is ook heel bewust inhoudelijk gekozen voor aansluiting bij het bestemmingsplan buitengebied, dat de samenhang met het buitengebied van dit gebied plus de landinrichting Aa of Weerijs die daarmee samenhangt een inhoudelijke keuze motiveert om het bij het bestemmingsplan buitengebied te betrekken en dus los te maken van het bestem mingsplan Zuid-West/'t Hout. Dat gebeurt en ik denk dat we dus eind september of daaromtrent daarover met elkaar van gedachten kunnen wisselen. Dat de heer Garritsen op grond van op zich respectabele redenen meent dat dat toch onvoldoende is om de zaak als aanvaardbaar te beoordelen verdriet mij zeer, want ik had ook graag hier een unaniem standpunt gehad, wat mij vanavond met Groen Links erbij één keer gelukt is. Eén opmerking wil ik nog maken over de T.G.V. Ik meen uit de woorden van de heer Garritsen te proeven dat hij iets heeft tegen de T.G.V.maar, en dat is misschien buiten de orde, voorzitter, maar dan merk ik het wel, ik moet hem er wel op wijzen dat de variant H oftewel de A16-lijn de meest milieuvriendelijke variant is en ik kan de opmerking van de heer Garritsen inzake de T.G.V. niet helemaal in overeenstemming brengen met zijn opmerkingen in het voorafgaande met betrekking tot de golflocatie. De heer PEETERS Ik heb gehoord wat ik graag wilde horen van de wethouder: dat het uitsluitend gaat om de beoordeling van de aanvaardbaarheid en dat het niets met besluitvorming of definitieve besluitvor ming van doen heeft. Wat die aanvaardbaarheid betreft zijn wij akkoord. De heer GARRITSEN Ik vind het heel leuk dat de wethouder zegt: de samenhang met het buitengebied is een inhoudelijke keuze. Ik heb daarop toen in de commissie al eens gewezen. Toen is daarop geen enkele reactie gekomen. Het heeft mij niet zozeer verbaasd, maar op het moment dat het bestemmingsplan 't Hout toch forse kritiek heeft gekregen: dat je daarmee niet verder kon gaan, tóén kwam het voorstel om het bij het buitengebied aan te haken, terwijl het al in de inspraak was geweest. Ik had verwacht, zeker van de wethouder, dat hij inhoudelijk wat eerder daarnaar had gekeken en natuurlijk wist hij best dat, als je praat over een beekdal, je dan over beide oevers praat en dat je niet aan de ene een recreatieterrein, een golflocatie, kunt aanleggen en aan de andere een soort stiltegebied wilt hebben. Ik denk dat dat een beetje haaks op elkaar staat. Laatste opmerking: het zal best zo zijn dat de T.G.V. langs de A16 de meest milieuvriendelijke variant is. Het zou ook wel eens kunnen zijn dat ten aanzien ook van dit beekdal en ten aanzien van vrij veel andere zaken het nog milieuvriendelijker is om deze daar helemaal niet aan te leggen en om iets anders te gaan doen. En dat zou nog een milieuvriendelijker variant zijn waarvoor wij als Groen Links zeer zeker zullen pleiten. Wethouder RöMKENS Het was een nadere verduidelijking van de heer Garritsen in mijn richting. Ik heb daar kennis van genomen. Akkoord, met de aantekening dat de fractie van Groen Links geacht wil worden te hebben tegengestemd. 208

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 208