30 MEI 1991
213
de parkeergarages. En wat betreft defensie het volgende. Wij hebben als college gezegd: wij
zijn akkoord met de mondelinge toezegging van defensie, die onlangs nog een keer is herhaald,
dat men bereid is te verkopen en tot overeenstemming te komen met de eigenaar. Wat het
bodemonderzoek betreft moet ik U zeggen: daarover kan ik U niet iets zinnigs meedelen. Het
moet mij wel van het hart dat ik het bij dit soort plannen vaak moeilijk vind, dat dddr waar die
panden zo lang leegstaan en jdren voor iedereen een doorn in het oog zijn, dan niemand gaat
graven, en op het moment dat er eindelijk iets kan komen en het dan ook, zeker omdat het lang
heeft geduurd voordat we nu eindelijk dit voorbereidingsbesluit kunnen nemen, echt van belang
is dat het snel zal gaan gebeuren, dat dün opeens de vraag naar het bodemonderzoek weer komt
en of er alsnog nog niet weer een keer gegraven moet worden, wat dan ook de hele bouwtijd
weer kan ophouden. Ik moet zeggen, als dat zou gaan gebeuren, dan vrees ik toch echt voor
dit initiatief. Dan heb ik er een hard hoofd in of düt dan uiteindelijk nog zal lukken. Ik geef het
U maar op voorhand mee. En verder zullen we inderdaad proberen die verkeersaantrekkendheid
te minimaliseren met het verkeersbeleid dat we van plan zijn in de binnenstad te voeren.
De heer VAN GURP
Ik wil graag de wethouder geloven dat voor de zaak waarvan ik gezegd heb dat er een open einde
aan zit, een goede oplossing zal komen. Gezien de gevoeligheid van deze locatie zou ik toch
met nadruk willen vragen dat wij continu als het nodig is op de hoogte worden gehouden van
de feitelijke ontwikkelingen ter plaatse.
Wethouder RATTINK
Geen probleem.
Akkoord.
138. PLAN VAN AANPAK EN INTENTIEVERKLARING VAN DE VERVOERREGIO
BREDA ALSMEDE DE FINANCIERING VAN DE BREDASE BIJDRAGE AAN DE
VERV OERREGIOKOSTEN 1991-1992.
De heer VAN DE STEENOVEN
De afgelopen twee jaar is het denken in ons land over verkeer en vervoer sterk in beweging
gekomen. Het heeft zelfs een kabinetswisseling tot gevolg gehad en historici zijn altijd wat
voorzichtig om direct een conclusie te trekken, om de balans op te maken. Daarmee wachten
we nog een paar decennia, of het nu goed of slecht is geweest. Die verandering in denken over
verkeer en vervoer is ook aan de Bredase regio niet voorbij gegaan en meer en meer raken mensen
uit allerlei politieke stromingen ervan overtuigd dat de groei van de automobiliteit moet worden
beperkt. Het zal duidelijk zijn waarom, dat horen we voortdurend: de schadelijke emissies, de
geluidsoverlast, het ruimtebeslag, het enorme energiegebruik en ook, en dat moet zelfs voor de
verstokte autobezitter van belang zijn, de toenemende congestie als iedereen maar voortdurend
en altijd van die auto gebruik blijft maken, dan loopt het gewoon vast en dan heb je ook niets
meer aan die auto. Het valt echter niet mee om een beleid waarbij decennia lang absolute voorrang
gold voor de auto, een beleid dat zowel door de politiek als in de ambtenarij, uiteraard, opgeld
deed, te gaan terugploegen. Onze Bredase wethouder van verkeer en vervoer heeft daarin toch
de afgelopen tijd in onze regio een belangrijke rol gespeeld. Nu, vlak voor haar vertrek, heeft
ze ons nog een structuurschema verkeer en vervoer voor Breda bezorgd en ook aan onderhavig
voorstel: het plan van aanpak voor de vervoerregio, heeft ze een belangrijke bijdrage geleverd.
In de commissie ruimtelijke ordening hebben we betreffende dit voorstel gediscussieerd over
de nogal vage doelstelling die in met name dit plan van aanpak voor de vervoerregio werd
genoemd. De wethouder weigerde ook nadrukkelijk die doelstelling meer concreet, taakstellend