30 MEI 1991 215 richting van de wethouder die zegt dat we naar de toekomst toe, maar dat zou dan een ander zijn, de mogelijkheden hebben om die taakstellingen concreter in te vullen: dan hebben we nog de ruimte om dat inderdaad te gaan doen. Wat dat betreft kunnen we vanavond wel akkoord gaan met dit plan van aanpak, maar we willen dan toch die taakstellingen wat duidelijker naar de toekomst toe geformuleerd zien. De heer VAN GURP Op 12 maart was in de commissie ruimtelijke ordening reeds het ontwerp-plan van aanpak vervoerregio aan de orde. Het is uitvoerig bediscussieerd toen. Op dit moment hebben we het definitieve plan van aanpak. Wanneer we deze twee naast elkaar leggen dan zien we dat er eigenlijk wezenlijk niets is veranderd, afgezien van het feit dat in deze definitieve versie figuur 1 betreffende de planning, die toch wel heel belangrijk is, is opgenomen. Maar deze was de vorige keer vergeten. De opmerkingen uit die eerste discussie blijven wat ons betreft dus overeind staan en liggen in de lijn van de voorgaande sprekers. Wij waren en zijn van mening dat het taalgebruik in het plan van aanpak bepaald niet concreet genoemd kan worden en hier en daar vervalt in wollig taalgebruik. Wij hopen dan ook dat de goede bedoelingen die in het plan van aanpak naar voren komen, niet zullen verzanden in énkel goede bedoelingen, maar dat zij toch uiteindelijk zullen resulteren in concrete stappen en een concrete aanpak. Wat ons betreft zou de nadruk in het hele beleid ten aanzien van de vervoerregio moeten liggen op de relatie tussen de vervoersstro men en de stedelijke ontwikkeling. Een belangrijk punt dat in het plan van aanpak wordt genoemd is de juridische vorm. We hebben toen daarover gepraat en ook deze keer is daarover in de commissie gesproken. Wat dat betreft willen wij de wethouder ondersteunen waar zij opmerkt dat het beter is daarover niet nu een uitspraak te doen, maar te wachten op ontwikkelingen die in een breder kader aan de orde zijn. En daarbij denken we natuurlijk aan de ontwikkelingen ten aanzien van de plannen van de commissie Konijnenbelt. Omdat wij toch het belang van de zaken natuurlijk onderkennen en ook onderkennen dat de aard van de problematiek er aanleiding toe geeft om regionale oplossingen te zoeken en niet alleen lokaal, kunnen wij met dit plan van aanpak toch akkoord gaan, maar wij zullen zeker wanneer het volgende beslispunt aan de orde is, de concreetheid van de plannen nog nader toetsen en zeker de discussie opnieuw verder voortzetten. De heer DERUCKERE Ik was aanvankelijk niet van plan om vanavond over dit onderwerp iets te zeggen omdat we in de commissie daarover bijzonder uitvoerig maar ook heel constructief met elkaar hebben gepraat, maar aangezien de collega's een bepaald geluid laten horen denk ik dat ik toch ten aanzien van één punt, en daartoe beperk ik mij dan ook, een iets ander geluid moet laten horen. En dat is dat, als we doelen stellen in dat soort notities, ze ook realistisch moeten zijn en dan kunnen we best zeggen: het is allemaal vaag of het is niet vaag, maar datgene dat er in gesteld is, is realistisch. En je kunt best zaken gaan aanscherpen, maar dan moet je ook van te voren weten dat het een haalbare kaart is. Is het niet haalbaar, dan hang je ook mensen een worst voor en dat is denk ik nergens voor nodig. Wethouder RATTINK Inderdaad hebben we het in de commissie erover gehad. Zijn die doelstellingen nu vaag en moet je die scherper maken? Ik denk dat ik het met iedereen en met alle sprekers eens ben die gezegd hebben: in de toekomst zul je zeker naar die taakstellingen nog een keer moeten kijken en die zullen veel scherper moeten worden. Ja, inderdaad, maar ik ben al blij dat we binnenkort met elkaar in ieder geval die intentieverklaring kunnen ondertekenen en dat er een basis is om naar die taakstellingen duidelijk te gaan kijken. En straks gebaseerd op een nulmeting. Dan kun je wel zeggen: wat schieten we daar dan mee op? Als je in andere vervoerregio's gemakkelijk een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 215