30 MEI 1991 221 rendabele situatie maar het is niet anders. Misschien dat we dat in de toekomst op een wat professionelere basis uit kunnen bouwen. Het laat niet onverlet dat het werk van vrijwilligers onmisbaar is. Ik dacht dat ik in eerste termijn de vragen had beantwoord. De VOORZITTER Op de vraag van de heer Koekkoek over de situatie rond de archieven kan ik hem meedelen dat naar verwachting in de loop van de zomer het college de raad een voorstel zal voorleggen, waarin in huisvesting voor het archief wordt voorzien en tegelijkertijd ook in de daarbij benodigde capaciteit voor de verwerking van de archieven. Het voorstel zal een dezer weken in het college komen, overigens ook tegen het licht van de investeringsbeslissingen zoals die ook nog moeten worden genomen. De heer GARRITSEN Toch nog even over de historische clustering, het verhaal van de wethouder dat is afgesproken, dat we aan het eind erop terugkomen. Vanaf het begin toen we spraken over de beleidsnota's cultuur, werd de historische clustering al genoemd en het probleem is dat op dit moment het stedelijk museum een beleidsnota heeft gepresenteerd. Dat is al even geleden. We zitten in feite te wachten hoe die zaak verder gaat. Zij zitten met ruimtenood, een van de aspecten. Hetzelfde geldt voor de dienst archeologie. En dan denk ik dat je wel kunt zeggen dat het komt aan het eind van de rit, maar een van de zaken van de clustering heeft ook, maar dat is een onderdeeltje, te maken met de huisvestingssituatie. En wat betreft het archief loopt er al een aantal zaken ten aanzien van de huisvesting. Straks stellen we de clustering vast en dan zijn de zaken in de praktijk al gerealiseerd zonder dat we een duidelijk beeld hebben hoe die clustering nu tot stand komt. Wat ik weet is dat de instellingen waarover ik sprak eigenlijk zitten te wachten: komt het college nu met iets? Want ook het museum weet niet hoe men verder moet. De heer DE LEEUW Op het laatste stukje van de wethouder wou ik even reageren, met name waar hij antwoord gaf op mevrouw Neeb ten aanzien van de vrijwilligers. Hij sprak toen over de mogelijkheid dat dat op een wat meer professionele basis zou kunnen worden aangepakt. Ik vraag hem even of dat het standpunt van het college is. Wethouder AD ANK Bedoeld is: professionele aanpak van het vrijwilligersbeleid. Dat lijkt een contradictio in terminis. Ik denk alleen dat je, als je praat over vrijwilligersbeleid het goed moet doen. Kijkend naar het programakkoord hebben we afgesproken: is het niet zo dat je voor vrijwilligerswerk bij bepaalde vergoedingen, onkostenvergoedingen et cetera, bij die Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Mag ik het college erop wijzen dat we daarover ook al een nota hebben vastgesteld? Wethouder ADANK Ja, dat klopt. Die zijn we nu aan het actualiseren want het is inmiddels weer twee jaar geleden dacht ik. Je moet geregeld Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX Ja, dat is de vernieuwende visie daarop weer. Wethouder ADANK Ook, ja. Ik hoop dat U daar ook mee akkoord kunt gaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 221