30 MEI 1991
222
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Als het onder puur vernieuwing valt en meerwaarde geeft: altijd. Als het zomaar sociale
vernieuwing is en wollige woorden, dan denk ik dat wij nog wel eens aarzelen.
Wethouder ADANK
Neen, hoor. Maar nu begeef ik mij op -tig beleidsterreinen als het gaat om het ondersteunen van
vrijwilligersbeleid. Er is in deze stad een aantal instituten, instellingen dat zich begeeft op het
maatschappelijk middenveld, maar die instituten hebben besturen. Die besturen hebben zich ook
geïnstitutionaliseerd. Nu gaat het erom dat je degenen die werken onder die besturen, dat zijn
vaak vrijwilligers - ik kijk even in de richting van mijn collega Van Raak - voortdurend zult moe
ten
De heer VAN FESSEM
Een bekend vrijwilliger.
Wethouder ADANK
Mevrouw Van Beusekom, die vrijwilligers zul je voortdurend moeten blijven motiveren anders
krijgen we
Mevrouw VAN BEUSEKOM-NIX
Versta ik het goed? U bedoelt dus dat U wethouder Van Raak steeds moet motiveren? Hoor ik
dat?
Wethouder ADANK
Neen. Wij doen dat in gezamenlijkheid vanuit de stuurgroep sociale vernieuwing en dat is even
de insteek die ik heb gekozen, maar dat had U waarschijnlijk al begrepen. Als het gaat om het
vrijwilligerswerk heeft dat niets te maken specifiek met één portefeuille. Hier wordt het even
opgehangen aan het werk van de archeoloog, terecht. Ik denk dat, en dat was mijn opmerking
richting de spreekster, als we praten over vrijwilligerswerk U dat in een breder kader moet
plaatsen, vandaar dat wij Regioplan hebben ingeschakeld om dat eens op een rijtje te zetten: hoe
zit dat in Breda? We hebben er eigenlijk nauwelijks inzicht in. Om daarop een stuk professionele
visie te zetten: in die richting is de opmerking gemaakt. En als de heer Garritsen dan spreekt
over de methodiek, natuurlijk, dan zeg ik: ja, het museum zit te wachten tot het college aan zet
is. Nu, ik denk dat wij ogenblikkelijk de zet hebben gedaan en een pot met geld daarnaast hebben
gezet: 115.000,—. Vervolgens: we erkennen dat het museum in een krapte zit en dat we van
een Breda's museum veel meer kunnen maken dan nu mogelijk is. Alleen hebben we wel met
elkaar in december 1988 afgesproken: één: schouwburg, twee: bibliotheken en die andere serie
kunstinstellingen en op de derde plaats de historische sector. Eerst het beleid formuleren dan
praten over de huisvesting. En zo werken we het vervolgens ook keurig netjes uit.
De VOORZITTER
Voelt wethouder Van Raak zich toch aangestoken door het enthousiasme?
Akkoord.
141. JAARPROGRAMMA 1991 SOCIALE VERNIEUWING.
De heer SINKE
Het is een goede zaak om over zo'n onderwerp waarvoor kennelijk een wat teruglopende
belangstelling bestaat, gezien de stukken, zo af en toe nog eens een keer met iets te komen wat