30 MEI 1991
IV. RONDVRAAG.
Van de gelegenheid tot het stellen van vragen wordt geen gebruik gemaakt.
De VOORZITTER
Dan zijn we thans gekomen aan een moment dat wij als college en ik denk ook in de raad toch
als een vervelend en een droevig moment beschouwen, het afscheid van Jettie Rattink als
wethouder van de gemeente Breda. Ik zou graag toch deze gelegenheid vanavond willen aangrijpen
om nog eens in het kort de carrière van mevrouw Rattink de revue te laten passeren en daarbij
ook nog eens vanuit het standpunt van het college te benadrukken, waar wij vinden dat zij de
afgelopen jaren een belangrijk stempel op het beleid van de gemeente Breda heeft gedrukt.
Mevrouw Rattink begon in 1982 haar politieke carrière en ze was toen lid van de commissies
algemene zaken en welzijn. In 1986 is ze fractie-voorzitter geworden en op het moment dat de
heer Welschen tot hogere orde werd geroepen, betekende dat dat de P.v.d.A.-fractie een kandidaat
moest stellen en dat werd mevrouw Rattink. Ik denk dat dat op zich ook een moment is om bij
stil te staan omdat toen - we mogen dat gerust vaststellen - de mannenmaatschappij van openbare
werken werd geconfronteerd met een vrouwelijke wethouder en tegelijkertijd moeten we vaststellen
dat de portefeuille die mevrouw Rattink er toen ging uitvoeren, onder haar hoede had, een mam
moet-portefeuille was met een enorm takenpakket. Ik denk dat we dat, als we kijken naar de
zwaarte van die portefeuille, het afgelopen jaar ook met elkaar hebben kunnen vaststellen. Als
we dan nu op dit moment terugkijken op vier jaar functioneren, dan denk ik dat we daar grote
waardering voor kunnen hebben en ik zou graag een paar van die facetten vanavond nog eens
aan U willen voorhouden. Een paar van die beleidsterreinen waarmee zij de afgelopen jaren bezig
is geweest. Ik denk dan in de allereerste plaats aan het stedelijk beheer en bij dat stedelijk beheer
stonden denk ik in het beleid, zoals mevrouw Rattink dat namens het college heeft gevoerd en
door U in de raad is gesanctioneerd, bij haar benadering twee zaken centraal. Op de eerste plaats
een integrale benadering van die problematiek en ik noem daarbij als voorbeelden de aanpak
van de wijken Heuvel en Tuinzigt. Nu klinkt dat heel gemakkelijk: integrale aanpak. Dat wordt
in de politiek heel gemakkelijk gebruikt. Maar we kunnen vaststellen dat Breda met deze integrale
aanpak een voorbeeld is geweest voor een aantal andere steden. Ik noem U het concrete voorbeeld
van Rotterdam, waar ambtenaren van de gemeente Breda in het Rotterdamse hebben uiteengezet
hoe dat Bredase beleid gestalte had gekregen. Ik noem U ook het feit dat aan de bestuursacademie
in Tilburg Bredase ambtenaren over dat Bredase model de afgelopen jaren ook hebben gedoceerd.
Dat betekent dat mevrouw Rattink daarmee niet alleen een voor Breda vruchtbaar beleid vorm
heeft gegeven, maar tegelijkertijd ook invloed heeft gehad op de ontwikkelingen in andere steden.
Ik noem een tweede aspect van de wijze waarop mevrouw Rattink de afgelopen jaren met het
stedelijk beheer is omgegaan, en dat heeft betrekking op haar contacten met de wijkbewoners.
In een van de afscheidsinterviews heeft mevrouw Rattink ook gezegd: ik doe dat wethouderschap
nu eenmaal van boven tot onder en dag en nacht. Dat betekende in dit geval dat ze een intensief
contact had met de wijkbewoners, vaak aanwezig was op bijeenkomsten, aanspreekbaar was voor
een ieder en het is niet voor niets dat er juist vanuit die sector ook heel veel reacties zijn gekomen
toen ze aankondigde dat ze afscheid ging nemen. Ik noem U een ander belangrijk beleidsterrein:
volkshuisvesting. Middels een probleemstellende notitie heeft ze daar de basis gelegd voor wat
op dit moment de nota volkshuisvesting is. In dat opzicht is ze ook discussie met de woning
bouwverenigingen en zware discussies niet uit de weg gegaan. Ik noem voorts nog een aantal
zaken op andere terreinen. Ik denk aan het gemeentelijk verkeer- en vervoerbeleid. Dat heeft
zowel op stedelijk niveau alsook op regionaal niveau - kijkt U naar de besluiten die U vanavond
heeft genomen - erg veel aandacht gekregen. Als het gaat om de stedelijke infrastructuur heeft
mevrouw Rattink aan de wieg gestaan van een drietal nieuwe beleidsplannen, waarbij ik ook in
dat opzicht Uw aandacht vraag voor de nota over het rioleringsbeleid. Ook die nota wordt op
228