30 MEI 1991 229 dit moment door de provincie gebruikt als voorbeeld voor andere gemeenten om op dit punt beleid te voeren. Ik noem U nog een ander punt waarbij ik mevrouw Rattink een tijdje geleden ook heb mogen meemaken, namelijk de discussie over de ruimtelijke ordening en haar bemoeienissen met het knooppuntenbeleid. Dat wat ze daar heeft gedaan in de richting van de departementen, in de richting van de provincie, en ook de aanzet die zij heeft gegeven tot het regionaal denken - ook als het gaat om het functioneren van het portefeuillehoudersoverleg - verdient denk ik hier ook vermelding. Ik zou, als ik mag proberen mevrouw Rattink's kwaliteiten samen te vatten, eigenlijk één belangrijk punt willen noemen dat mijzelf het afgelopen jaar is opgevallen. Belangrijk denk ik in het geheel van haar beleidsvisie was altijd dat ze vond dat er samenhang moet worden gebracht in de verschillende beleidsvraagstukken en dat was eigenlijk de allesoverheersende gedachte van haar bestuurlijk functioneren. Door bestuurlijke relaties duidelijk te maken zijn bijvoorbeeld ook bij diverse diensten in het verleden de zaken beter gecoördineerd en beter op elkaar afgestemd. En ook als college werden we daarmee natuurlijk een aantal keren, om niet te zeggen: voortdurend, geconfronteerd. Dat totale beleid van de stad werd steeds onder de aandacht van de ambtenaar gebracht, ook onder de aandacht van de collega-bestuurders in het college van B W. En ik denk, Jettie, dat we niet overdrijven als ik stel dat jij de afgelopen jaren toch een stempel hebt gedrukt op het beleid zoals je dat hebt gedaan. Nu wil ik nog een opmerking maken over de relatie, het functioneren in het college van B W. Ik moet in dat opzicht uiteraard buitengewoon bescheiden zijn omdat ik het college nog maar een jaar heb meegemaakt. Maar wat ik toch heb ervaren, en waarom ik het buitengewoon betreur en met mij de collega's in het college datje afscheid neemt, is datje collegiaal hebt gefunctioneerd en dat je in dat opzicht ook politieke standpunten durfde in te nemen als je daarmee niet populair werd, ook niet binnen je eigen partij, maar ook niet in de Bredase gemeenschap. Ik denk dat dat ook een vorm is van functioneren die je de collega's buitengewoon op prijs stelden en die we ook in jou hebben gewaardeerd. Dat betekende niet dat je dat deed zonder slag of stoot of dat je daarmee achter je collega's aanliep. Neen, het betekende dikwijls na hele felle discussies uiteinde lijk kijken naar de argumenten en de argumenten wegen en op basis daarvan een beslissing nemen. Na vier jaar wethouderschap zijn we dan toch gekomen aan het moment van afscheid. Je hebt gekozen voor het gezin en ook dat vind ik eigenlijk kenmerkend voor jou. Benno en Gerben en Aart zijn vanavond ook op de publieke tribune aanwezig. Ik denk dat, als je kijkt naar de aandacht die jouw vertrek heeft gehad in bladen van zeer uiteenlopende aard, die aandacht ook nog eens heeft aangegeven dat kennelijk politiek iets bijzonders is, dat iemand op een gegeven moment in het leven prioriteiten stelt, dus keuzes maakt. Ik denk dat we in dat opzicht alleen maar waardering daarvoor mogen hebben. Het is natuurlijk heel lastig, als je in de bloei van je carrière staat, om dan op een gegeven moment toch voor je gezin te kiezen en ik denk - om heel eerlijk te zijn - dat maar heel weinig politici die verleiding kunnen weerstaan, dat zij dan toch proberen te kiezen voor allebei met dikwijls allerlei nare gevolgen. Je hebt in dat opzicht een duidelijke keuze gemaakt, we respecteren die maar we vinden het wel verrekt jammer. We vinden het heel erg jammer omdat daarmee een goed bestuurder voor de gemeente Breda verloren gaat en omdat we ook met elkaar het afgelopen jaar nog een heleboel plannen hebben gemaakt, waarvan we graag hadden gezien dat jij die de komende jaren zou hebben uitgevoerd. Ik spreek namens het college de allergrootste waardering uit voor de wijze waarop je inhoud hebt gegeven aan je functie en ik wens jou en Benno en Aart en Gerben nu eindelijk al die rust toe - echt rust zal het wel niet worden want het bloed kruipt toch waar het niet gaan kan, maar toch de relatieve rust - die je nu voor de komende jaren hebt gekozen. Nogmaals heel hartelijk dank en ik zou graag die dank nog eens willen onderstrepen namens het college door je een klein bosje bloemen aan te bieden. Daarmee proberen we niet duidelijk te maken wat jij in onze ogen voor het stadsbestuur hebt betekend maar dit beschouwen we wel als een symbolisch geschenk voor de plezierige samenwerking. (Applaus.)

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 229