27 JUNI 1991 238 Thans is aan de orde de verkiezing van een wethouder. Wie van U stelt kandidaat en wie van U wenst het woord te voeren? Mevrouw HEERKENS De P.v.d.A-fractie stelt de heer Koekkoek kandidaat. De heer GARRITSEN Ik stel geen kandidaat, maar is het mogelijk dat ik nu een paar woorden hieraan kan wijden? De VOORZITTER Ja, maar ik wacht eerst even af of er nog kandidaten zijn. Dan stel ik U nu in de gelegenheid om te zeggen wat U op de lever heeft. De heer VAN FESSEM Ik spreek dit uit namens de partijen C.D.A., V.V.D. en D66, hier in de raad vertegenwoordigd. Het zijn enkele kanttekeningen bij de voorliggende verkiezing van Bert Koekkoek tot wethouder van de stad Breda. Wij kennen Bert Koekkoek als een gedreven fractievoorzitter en raadslid. Wij gunnen hem deze hoge en belangrijke positie in dienst van de gemeente Breda. Maar er zijn ook zorgen, zorgen voor de continuïteit en loyaliteit binnen het dagelijks bestuur van de stad. De kandidaat-wethouder is, sinds hij als kandidaat naar voren is geschoven, al te voortvarend van start gegaan. Ik bedoel het interview in de plaatselijke krant. Met de uitspraken die daarin zijn opgenomen heeft hij in één keer het college en de drie genoemde partijen tegen zich in het harnas gejaagd. Immers, zo is de hele teneur "tot nu toe is er gefröbeld en nu Koekkoek erin komt, kunnen wij pas echt beginnen". Dit verhaal is niet nieuw. We hebben dit Bert Koekkoek al voorgehouden. Zijn reactie van: "niemand te willen beledigen", heeft een aantal fractieleden van de genoemde partijen niet uit het harnas kunnen krijgen. Een afscheidsreceptie nog vóór een verkiezing tot wethouder, getuigt ook niet helemaal van fijngevoeligheid jegens collega-raadsle den. Gezien dit voorgaande, zijn wij van mening dat wij de individuele raadsleden vrij moeten laten in hun stemgedrag. Gezien de enorme krachtsinspanningen die de komende jaren van college en raad worden geëist, is het dunkt ons zaak om in ieder geval een krachtig college in stand te houden, dat voor zover mogelijk in de grootst mogelijke eenheid bestuurt. De tijd van polarisatie is echt voorbij. De heer GARRITSEN Bij de verkiezing van de wethouder wil ik de partijen die in de raad zitten en het collegeprogram ma hebben onderschreven, vragen of er opnieuw overleg is geweest over de portefeuilleverdeling? Wie van de partijen heeft het initiatief genomen? Welke inbreng heeft ze daarin gehad? Welke eisen heeft ze eventueel gesteld en wat is er uit het overleg gekomen? Ik zou daarover graag informatie willen hebben, om duidelijkheid te krijgen hoe het staat met de verkiezing van deze wethouder. Blijven alle onderdelen van de portefeuille, die de voorganger heeft ingenomen, overeind of niet? Op zich is het redelijk uniek voor Breda dat bij het vertrek van een kandidaat opnieuw over een portefeuille wordt gestoeid. Op zich kan het best. Ik wil daarover graag informatie. Mevrouw HEERKENS Ik voel mij op zich niet geroepen om de heer Garritsen te beantwoorden, maar wel wil ik in de richting van de heer Van Fessem, die spreekt namens de andere collegepartijen, iets zeggen. Er is een gesprek geweest met vertegenwoordigers van de fracties en er is een aantal zaken aan de orde geweest. Blijkbaar heeft dat niet tot voldoende duidelijkheid geleid. Wij betreuren het heel erg dat er nu over een persoon hier in een openbare raadsvergadering moet worden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 238