27 JUNI 1991
250
De heer TAKS
We blijven Thorbecke in ere houden, voorzitter. Hij wist voor elk probleem een liberale oplossing.
De VOORZITTER
Dat is ook zo.
De heer GARRITSEN
Ik heb net twee oplossingen gehoord dacht ik, van twee liberalen.
De heer TAKS
Dat is héél liberaal.
De VOORZITTER
Ik kan er nog iets aan toevoegen. Een jaar of twaalf geleden bracht de Haagse Post een special
uit en daarin werden alle grote partijen aan het woord gelaten over het fenomeen Thorbecke.
Het was toen opvallend dat iedere grote partij vervolgens Thorbecke claimde. Nu zie je dat dat
soort staatsrechtgeleerden door iedere partij wordt gebruikt of wordt misbruikt, als het gaat om
hun standpunt. Waar het mij om gaat is dat ik aan die vierde bestuurslaag niks principieels vind.
Ik vind datje moet kiezen voor een heldere bestuursstructuur. Als daar een vierde bestuurslaag
bij nodig is, dan kan dat en als het niet nodig is, dan hoeft het van mij ook niet. Maar dan moet
je vervolgens wel het probleem oplossen. Je kunt niet kiezen voor drie bestuurslagen en vervolgens
zeggen: we blijven in Brabant zitten met 131 gemeenten. Dan vind ik datje ook consequent moet
zijn, datje keuzes moet maken. Wat me opvalt is dat we de afgelopen veertig jaar in Nederland,
als het gaat om bestuurlijke reorganisatie, in ieder geval geen keuze durven te maken. Als
mevrouw De Graaff die nu wel maakt, dan wil ik meebetalen aan een standbeeld voor haar.
Wethouder SANDBERG
Nog steeds particulier.
De VOORZITTER
Ja, nog steeds particulier, maar misschien dat de C.D.A.-fractie ook nog een kleine duit in het
zakje wil doen.
De heer VAN FESSEM
Misschien kan ze op de sokkel van Thorbecke gaan staan.
De VOORZITTER
Of op zijn knieën, of zo. Er is vast en zeker een standbeeld in Nederland te vinden waar
Thorbecke gewoon op een stoel zit, dus dan kan ze erbij. Dan nog een opmerking van de heer
Garritsen, die vraagt of we nog wat te verwachten hebben van het Rijk als het gaat om de
financiële tegemoetkoming in het kader van het knooppunt. U heeft gelijk dat de toenmalige
minister zich daarvan buitengewoon veel had voorgesteld, maar ik moet helaas vaststellen dat
De heer GARRITSEN
Maar die is ook nooit met geld gekomen.
De VOORZITTER
Neen, neen, maar de toenmalige minister heeft moeten vaststellen dat vier dagen vóór de nota
zou worden behandeld, het Kabinet viel en heeft vervolgens de nota niet kunnen behandelen.