27 JUNI 1991 254 Eindelijk zijn wij bevallen van dit lang verwachte kindje. Hopelijk is het kind levensvatbaar en zal het tot volle wasdom komen. Wat ik hiermee bedoel te zeggen is dat de zwangerschapsperiode lang en zwaar was en de uiteindelijke bevalling toch nog leidt tot enig relativeren. Er is nu een meerjareninvesteringsplan 1992-1994, maar allerlei kinderziektes liggen op de loer in de vorm van verdere bezuinigingen door de rijksoverheid, hetgeen kan leiden tot een verder terugdraaien van de subsidies, stijging van de prijzen in de komende jaren, die het hier gepresenteerde investeringsplaatj e op de kop kunnen zettenBekij ken wij het gehele investeringsplan dan constate ren wij toch nog enkele onevenwichtigheden. Op zich is de onderverdeling naar de reguliere budgetbelastende investeringen en de investeringen in grote projecten helder. Tevens kan de V.V.D.-fractie zich vinden in de prioriteitsstelling verbetering fietsvoorzieningen, openbaar vervoer binnenstad, Zuidelijke Rondweg, grote wegen en verkeersprojecten. Wat wij echter missen is een prioriteitsstelling per onderdeel. Hoewel wij het eens zijn met de stellingname van het college dat, ondanks een op dit moment in vergelijking met de kadernota 1992 geconstateerde overschrijding van de investeringsruimte met 10 miljoen, het doorschuiven van projecten naar 1995 of later geen soelaas biedt, is een prioriteitsstelling op detailniveau naar onze mening noodzakelijk om, indien dat om welke reden dan ook nodig is, op een verantwoorde wijze keuzes te maken. Waar het mogelijk uitstellen van investeringen toe kan leiden, hebben wij in het verleden naar aanleiding van ombuigingsoperaties wel kunnen ervaren. Het wordt er in ieder geval niet goedkoper op. Gelukkig geeft het geboortefeest van vandaag daar nog geen aanleiding toe. Maar ook nu wil ik namens de V.V.D.-fractie een aantal kritische kanttekeningen plaatsen. We zijn het niet eens met het feit dat we met dit meerjareninvesteringsplan, waarbij besluitvorming alleen in de commissie financiën heeft plaatsgevonden, voor een voldongen feit zijn geplaatst en dat de functionele commissies zich niet hebben kunnen uitspreken over de onder hen behorende elementen uit dit investeringsplan. Het tweede punt van kritiek is het niet expliciet aangeven van de investeringen betreffende de cluster cultuur. Hoewel U stelt dat deze investeringen separaat aan ons zijn voorgelegd, kan ik mij alleen de kadernotabehandeling 1992 voor de geest halen, maar geen expliciete besluitvorming over de St. Janstraat en de schouwburg. Daarom deze vraag: wanneer heeft de raad zich uitgesproken over de cluster cultuur in de vorm zoals wij ons vanavond uitspreken over de overige investeringsclusters en zo niet, moet dat dan niet alsnog gebeuren? In het kort samengevat, het investeringsplan moet naar onze mening langs de functionele commissies, de overige fracties hebben er ook al over gepraat, en moet alle investeringen bevatten in de in dit plan aangegeven periode. Tevens moeten in de onderscheiden clusters deelprioriteiten worden aangebracht en daarmee dient dan bij de volgende geboorte rekening te worden gehouden. En dan kunnen we nu naar beschuiten met muisjes. De heer VAN GURP Ook de fractie van D66 kan positief reageren op het voorliggende meerjareninvesteringsplan 1992- 1994. Zeker ten aanzien van het volume dat hierin is opgenomen, zijn wij positief. Ten aanzien van de prioriteitsstelling hadden wij aanvankelijk wat vraagtekens, met name bij zaken als inrichting Valkenberg et cetera. Daarover hebben wij vragen gesteld, maar de wethouder heeft ons ervan kunnen overtuigen dat hier al sprake was van eerdere besluitvorming en dat dit gewoon een vervolgtraject was. Die vraagtekens zijn dus weggenomen. Wij kunnen natuurlijk ten aanzien van deze investeringen alleen maar hopen dat de maatregelen, zoals die vrijwel wekelijks over ons uitgestort worden vanuit de rijksoverheid, niet al te veel zullen inhakken op de hier voorgenomen plannen. Een lichte vrees willen wij wel uitspreken ten aanzien van de capaciteit die er binnen de diensten is met betrekking tot de uitvoering van alle plannen. We zouden dan ook willen vragen of die capaciteit voldoende is om alles te kunnen realiseren. De heer GARRITSEN

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 254