27 JUNI 1991 257 Dat sluit eigenlijk aan bij de opmerking van de heer Van de Steenoven. Wij kunnen natuurlijk wel de middelen beschikbaar stellen, maar als er geen capaciteit is om die middelen om te zetten in plannen en in uitvoeringsprojecten, dan zijn wij niet goed bezig. Vandaar dat de uitvoeringsplan nen, waarvoor het voorbereidingskrediet wordt gevraagd, tevens een planning inhouden ten aanzien van de benodigde capaciteit c.q. een planning ten aanzien van uitvoeringsactiviteiten, inclusief datgene dat daarvoor eventueel additioneel en extern ingehuurd moet worden om de realiteitswaar de van de plannen ook tot uitvoering te krijgen. Dus, bij de plannen die aan het eind van het jaar aan U worden voorgelegd, zal ook de daarmee gepaard gaande capaciteit, al dan niet binnen het eigen apparaat c.q. daarvoor additioneel ingehuurd, opgenomen zijn. Ik dacht dat ik daarmee alle direct en indirect gestelde vragen heb beantwoord en ook duidelijkheid heb gegeven omtrent de verdere procedure en de bedoeling van dit besluit. De heer SINKE Een kleine vraag die ingegeven is door de laatste woorden van de wethouder. Wij krijgen bij de begroting de jaarschijf 1992 van de reguliere investeringen aangeboden. Er zitten ook voor een fors gedeelte grote projecten in voor 1992. Lukt het om dat tegelijkertijd aan te bieden, of wordt het een apart project? En ik vraag het, omdat soms de afweging in relatie kan staan tot de reguliere investeringen. De heer VAN GURP Een groot gedeelte van het antwoord van de wethouder is een bijna woordelijke herhaling van het antwoord in de commissie. Wij denken dat het antwoord niet alleen uitermate helder is, maar we denken ook dat het voldoende ruimte biedt ten aanzien van de inhoudelijke discussie, die met betrekking tot de detailinvullingen in de inhoudelijke commissie nog kan plaatsvinden. Met betrekking tot de laatste opmerking van de wethouder ten aanzien van de capaciteit kunnen wij het standpunt onderschrijven dat, mocht bijvoorbeeld blijken dat een dienst bepaalde zaken niet kan uit- voeren, zoals wij ons dat kunnen voorstellen bij het voorstel dat nog komt ten aanzien van het Van Coothplein, dan capaciteiten wordt ingehuurd, opdat de raad wel op tijd de goede beslissingen kan nemen. Wethouder RöMKENS Ik had graag op de vraag van de heer Sinke "ja" willen antwoorden, maar ik kan dat niet. Want dat zou betekenen dat ik feitelijk in oktober de planning klaar moet hebben. Ik heb wel met de betrokken dienst afgesproken en ik zal het ook nog doorspreken met de wethouder die die dienst straks gaat bestieren in het kader van de portefeuille-overdracht, dat in september in de functionele commissie een eerste oriënterende bespreking met betrekking tot die planning plaatsvindt. Maar in oktober spreken de commissies al over de begroting. Ik heb niet de illussie dat ik op dit ogenblik volmondig "ja" kan antwoorden op Uw vraag, hoewel ik mij wel kan voorstellen dat er misschien in september en mogelijk in oktober wel indicaties zijn voor die parallellisatie, waarvoor U pleit. In feite hebt U gelijk. De heer Van Gurp had het over een woordelijke herhaling en mijn collega naast mij vroeg: heb je het van buiten geleerd? Want het stond niet op een brieve. Dat is dus niet het geval, maar ik ben blij dat ik in ieder geval consistent overkom. Ten aanzien van de capaciteit één opmerking. Je hebt twee mogelijkheden: öf er is voldoende capaciteit, öf er wordt capaciteit ingehuurd. Daar ben ik het mee eens. Ik zal er een derde aan toevoegen: of U levert het volume in. Akkoord. 158. GARANDEREN VAN DE BETALING VAN RENTE EN AFLOSSING VAN EEN DOOR SPORTPARK GINNEKEN B.V. TE SLUITEN GELDLENING AD 200.000,-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 257