27 JUNI 1991 een bocht uitkwam, moest daar doorlopen. Daarvoor zou het vijvertje moeten worden gedempt. Het vijvertje is gedempt. Ontwerptechnisch prima, maar als het voor de beleving van de direct omwonenden, en ik vind dat belangrijker dan voor de beleving van een ontwerper, want die omwonenden zitten erbij, een belangrijke waarde is, dan is het mogelijk om daar, welliswaar iets kleiner, die uitloop van dat vijvertje onder dat bruggetje in het ontwerp in te brengen. Ook daartoe ben ik bereid. Maar meer kan ik niet toezeggen. Ik kan niet een vijver toezeggen die over het pad loopt, want dan krijg je natte voeten. Dat kan dus niet. Dus het pad komt er en dat heeft te maken met die sociale veiligheid. Verlichting komt er ook. Dat voor wat betreft de bereidheid om rekening te houden met een aantal zaken en dat betekent, mijnheer Van Gurp, en dat is mij vanmiddag verzekerd, dat deze twee aanpassingen binnen het budget vallen. Het zal misschien een paar meter meer pad zijn. Een ander punt is de kwestie van de inspraak. Ik ben het met U eens en dat hebben we ook in de commissie gezegd waar de omwonenden bij waren, dat de gang van zaken op de inspraakavond inderdaad op een gegeven moment werd verstoord toen de discussie plaatsvond over het pad waarover een bus moest rijden. Toen is ongelukkigerwijs gezegd dat dat een standpunt is van het college en daarover valt niet te discussiëren. Dat is later wel wat geredresseerd, maar men ging er vanuit dat het een onbe spreekbaar iets was. Nu, als dit onbespreekbaar is, dan moet je daarmee ook niet de inspraak ingaan, vind ik, want anders ben je met boerenbedrog bezig. Het college heeft alleen nadrukkelijk gevraagd bij de reconstructie van het park rekening te houden met een mogelijkheid voor et cetera. Wij zijn nu tot de conclusie gekomen, dat dit de enige mogelijkheid is. De burgemeester heeft het nog een keer gezegd. De rigoureuze maatregelen, mevrouw Pellis, hebben alleen betrekking op de uitvoering van de veiligheidsmaatregelen. Dames en heren, als het park onvoldoende gelegenheid geeft om een appèl te doen op een stuk eigen creativiteit van de omwonenden om in het park te spelen, dan wil ik ook nog nagaan of in beperkte mate een aantal speelwerktuigen daar kunnen worden neergezet, binnen datzelfde budget. Ik dacht dat wij wat dat betreft een soepelheid betracht hebben, die nauwelijks nog meer van dit college kan worden gevraagd. Er komt een fietssluis, mevrouw Wouters en mevrouw Prins, aan het begin van het pad. Die is mede bedoeld om, ik hoop maar één keer per jaar, maar misschien vijf, zes keer per jaar, supporters af te voeren. Weliswaar niet een fietssluis als normaal, maar een opklapbare fietssluis, want anders kan die bus er weer niet langs. Aan de Julianalaan komt een fietssluis en als men met een brommer op zijn nek over die fietssluis heen klimt en die gaat in het park rijden, dan kan ik daar ook niets aan doen. Dat uitnodigende karakter geldt eigenlijk voor elk pad. Maar wij nemen een aantal maatregelen om dat te voorkomen. Ik kan er ook niet elke dag een agent bijzetten. Bovendien zou ik die niet krijgen van de burgemeester. Dus de maatregelen worden genomen en ik wil ook nagaan of dat dat op andere punten ook nog kan. Maar we moeten, dat ben ik met U eens, niet een situatie creëren waarin we als het ware uitnodigen tot. We moeten duidelijk aangeven dat dat niet de bedoeling is. Dat doen we via een fietssluis met misschien nog een bordje erbij, maar dat zou ik liever niet hebben. Maar als men zich daar niet aan houdt, dan moet ik ook eens een keer een stukje verantwoordelijkheid leggen bij degene die zich daar niet aan houdt. Dat mag ook een keer worden gezegd. Het zijn niet alleen de ontwerper en de overheid die fouten kunnen maken, maar degene die zich niet aan de spelregels houdt, mag daar ook wel eens een keer op worden aangesproken. Voorzitter, voordat U zelf het woord neemt, mag mijnheer De Bruijn misschien nog eventjes ingaan op de consequenties met betrekking tot N.A.C.-reconstructies, want dat valt onder zijn portefeuille. Anders zou het de indruk wekken, dat we daarop niet willen antwoorden. Wethouder DE BRUIJN Niet verwacht, toch gekregen, het woord vanavond, weer! Het is elke vergadering weer een verrassing, maar ik ben blij dat de discussie zo gaat. Zoals in ieder geval de commissie sport en recreatie weet, is op dit moment een haalbaarheidsonderzoek rond de ontwikkelingen van Het 268

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 268