7 MAART 1991
27
De heer VAN FESSEM
Als U bij de concurrent gaat vragen of er een concurrent
bij moet komen dan vind ik dat niet serieus; neen, dat vind
ik bij de duivel te biecht gaan. Het C.D.A. zal ook niet
blijven zoeken naar professors die twijfelen over bezoekers
aantallen et cetera. Zoals gezegd, natuurlijk wordt er bij
de onderbouwing uitgegaan van aannamen, maar voorzitter
weet wel, ooit zijn er bijvoorbeeld spoorlijnen gekomen 150
jaar terug zonder ruimtelijke ordeningsinspraak, zonder
marketingonderzoek, zonder bezoekersprognoses, et cetera,
et cetera, maar wèl met visie. Wij zullen in de komende
maanden de voorstellen kritisch bekijken en voor te rijzen
of te verzinnen vragen mede oplossingen zoeken. De vragen
zullen gaan over de sprong van 20 naar 30 miljoen, het
geschatte aantal bezoekers in relatie tot de theater- en ho-
reca-omzet, het management van de horeca en van de algemene
financiële bedrijfsvoering, het marketingplan en het totale
tijdschema. Wij zoeken de problemen zoveel mogelijk op, om
ze uit de weg te ruimen, niet om barricades voor broodnodi
ge plannen op te werpen. Immers, willen is kunnen. Voors
hands lijkt de uitgebreide en gedegen presentatie vanuit de
stuurgroep alle vertrouwen te hebben in de toekomst, in ie
der geval is het C.D.A. vóór een theatercentrum dat past
bij de centrumfunctie van onze stad. Een woord van dank ook
reeds aan de sponsors; mogen velen nog volgen. Eén opmer
king nog en vraag tegelijk: hoe staat het met de gevolgen
voor dit alles wanneer we de tussenbalans bezien? En als af
sluiter, dat staat een beetje buiten de kadernota, de
C.D.A.-fractie vindt de toezegging voor een nota architec
tuurbeleid in 1992 véél te laat. We komen er later op te
rug, maar we verzoeken het college nu wel daar grote spoed
achter te zetten.
De heer KOEKKOEK
Een waarschijnlijk teruglopende conjunctuur en een tussenba
lans die niet veel goeds voor de gemeenten in petto lijkt
te hebben. Kortom, wellicht de laatste kadernota met een
zeer positief financieel verhaal. Het is trouwens toch een
beetje wennen met deze kadernota: geen nieuw beleid, want
dat zat al in de begroting en ook geen meerjareninveste-
ringsplan, want dat bleek een brug te ver te zijn. Wat over
blijft is echter nogal wat, drie voorstellen voor evenzo
veel projecten en een aantal eenmalige uitgaven. Voor de
P.v.d.A. is met name toch door de tussenbalans, die volgens
de wethouder financiën enige miljoenen aan inkomsten zou
kunnen gaan kosten, de vraag realistisch: hoe haalbaar zijn
al die genoemde investeringen eigenlijk? Beginnend met de
10 miljoen voor de binnenstad. Een goede gedachte om daar
geld voor te reserveren. Echter enige indicatie voor de be
stemming ontbreekt. Uitgaande van de plannen voor de binnen
stad en onze overgenomen motie over de bereikbaarheid van
de binnenstad, leggen wij een sterk accent op de bereikbaar
heid en de toegankelijkheid. Het tweede accent willen we
leggen op dat kenmerkende aspect van onze binnenstad: het