27 JUNI 1991 274 maatregelen je neemt en dan in ieder geval niet het risico te lopen om ad hoe maatregelen te gaan nemen. Ik denk dat wij nu toch wat te fragmentarisch bezig zijn, door steeds delen uit een groter plan te lichten. De vraag is nu concreet: wanneer behandelen wij het structuurplan binnenstad in commissie en in raad en wat is de reden van de vertraging van dit grotere plan? Ten aanzien van de hiervoor liggende proef en de evaluatie die wij eind september krijgen, zullen wij in de gelegenheid zijn om de resultaten van deze proef in ogenschouw te nemen. Wij zullen dan wellicht ook kijken of het plan van de winkeliers dan alsnog aan de orde kan komen. De heer VAN GURP Eerder deze vergadering verwees ik hier al even naar. Als de raad uitspraken doet, dat zij bepaalde zaken op een bepaalde datum klaar wil hebben, dan moet daaraan ook voldaan worden. Op welke manier dan ook. Hier was dat duidelijk niet het geval. De evaluatie lag er niet. Wij hadden ook veel eerder die signalen dat die evaluatie niet op tijd gerealiseerd zou kunnen worden, willen krijgen. Wij voelden ons dan ook redelijk tegen de muur geplaatst met betrekking tot de beslissing die wij op dat moment moesten nemen. En wij wilden dat eigenlijk niet. Wij zijn daarom ook zeer blij dat, ondanks het feit dat het wellicht consequenties zou kunnen hebben, maar die nemen wij bewust, de proef zoals die nu is wordt verlengd en dat wij straks, als de totale evaluatie er wel is, pas echt gaan kijken wat wij met die proefafsluiting verder aan willen. Dit alles gezien in het licht, en zoals in het voorstel ook echt duidelijk staat, dat recht wordt gedaan aan alle betrokkenen. Want hier dreigde een beetje dat slechts naar de belangen van één groep zou gekeken worden en wij willen nadrukkelijk naar de belangen van ülle groepen kijken. De heer GARRITSEN Op zich is dit, als ik goed geteld heb, het derde besluit bij dit voorstel. Het eerste besluit dat wij hebben gezien, was een ambtelijk besluit. Dat was een aardig besluit dachten wij. Toen heeft het college gemeend met een ander besluit te moeten komen. Ik was heel gelukkig met de uitspraak van de commissie die zei: wij moeten de zaak die wij hebben ingezet afmaken, los van het feit dat het wat langer gaat duren. Ik kan mij volstrekt vinden in de bijdrage van met name de V.V.D.- fractie, die het relateert aan het structuurplan binnenstad door te zeggen dat het daarin moet passen. Wij zitten daarop te wachten. Ik ben benieuwd naar het antwoord daarop. Voor het overige gaan wij akkoord met dit voorstel. Wethouder RöMKENS Wij hebben inderdaad heel goed naar de commissie geluisterd. Wie zouden wij zijn als wij dat niet zouden doen, als U zo unaniem bent en wij kunnen U niet overtuigen. Ik ben blij met de opmerkingen van de heer Van Gurp. U hebt bewust hiervoor gekozen met medeneming van eventuele consequenties. Ik vind dat een heel belangrijke opmerking en ik ben de heer Van Gurp ook erkentelijk voor het feit dat hij dat ook expliciet noemt, want daarover hebben wij het ook in de commissie gehad. In de richting van de heer Garritsen het volgende: ambtenaren hadden geen besluit genomen, ambtenaren hadden een voorstel aan het college gedaan en het kenmerk van voorstellen is, dat het college besluiten neemt en dat hoeven niet altijd besluiten te zijn die overeenkomstig de adviezen van ambtenaren zijn, want dan zou je het als ambtenaar rechtstreeks kunnen inbrengen. De heer GARRITSEN Het is gelukkig ook niet zo dat alleen het college besluiten neemt. Gelukkig zit de raad er ook nog achter. Wethouder RöMKENS

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 274