1 juli 1991 289 bekeken. We hopen vóór de zomerperiode eruit te zijn, zodanig dat we proberen in september, maar anders zeker in oktober de zaak voor te leggen aan de commissie en de raad. Akkoord. 186. PLANONTWIKKELING STADSSCHOUWBURG. De heer GARRITSEN Voorzitter, een voorstel van orde. Is het mogelijk om de agendapunten 186 en 187 in één keer te behandelen? De VOORZITTER Ik stel voor dienovereenkomstig te besluiten. Heeft U daartegen bezwaar? Neen, dan is aldus besloten. 187. INITIATIEF RAADSVOORSTEL FRACTIE GROEN LINKS INZAKE REALISATIE STADSSCHOUWBURG OP CHASSéVELD EN HERBESTEMMING CONCORDIA VOOR CULTURELE DOELEINDEN. Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE Tweeëneenhalf jaar is er gewerkt aan het plan om een nieuwe schouwburg in Breda te realiseren. Toen mijn fractie bericht kreeg dat het plan niet zou doorgaan, gaf dat in eerste instantie een teleurstelling. Tweeëneenhalf jaar werken, praten, energie instoppen; dat levert nogmaals in de eerste plaats een teleurstelling op. Toch, toen wij verder de zaak bespraken, hebben wij gedacht: de randvoorwaarden zoals die zijn gesteld, heeft het college aangegeven, kunnen niet worden ingevuld. De wethouder heeft ook gezegd: ik zal niet weglopen voor de realiteit. De commissie en de raad namen geen genoegen met alleen richting geven, maar wij wilden ook oplossingen. Het is gebleken dat die oplossingen, zoals die wenselijk waren, op dat moment niet konden. Ik denk datje dan toch kunt praten dat er fouten zijn gemaakt, maar van die fouten kunnen we met elkaar leren en ik denk dat we dat ook in deze eerste instantie moeten doen. Het is zo dat het college en de raad, denk ik ook, hebben geluisterd naar de signalen die uit de samenleving zijn gekomen. Zoals ik ook in de commissie heb gezegd, het is beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald. Ik denk dat het van moed getuigt om nu op dit moment inderdaad te zeggen: we zetten daar een streep onder en we beginnen opnieuw. Een aantal zaken hebben wij besproken. Onder andere ook het punt dat in het voorstel wordt aangegeven dat tussen het voorlopig ontwerp en het definitief ontwerp belangrijke wijzigingen zijn gekomen. Wij zijn als commissie en ik denk ook als raad voldoende geïnformeerd. Toch waren er regelmatig knelpunten, zaken die meegenomen werden, die onderzocht zouden worden, die getoetst zouden worden en wij vinden het buitengewoon jammer dat wij in dit stadium te horen kregen dat het niet kon doorgaan. Wij hadden dat graag in een eerder stadium vernomen. Als ik kijk naar het voorstel dan wordt ten aanzien van het onderzoek gesproken over een globale toets naar alternatieve locaties. Er worden vier locaties genoemd. Gelet op de discussie die heeft gespeeld vorige week donderdag denk ik dat het goed is om te vragen over welke vier locaties wij spreken. Ik denk voor mezelf dat wij er als fractie uit zijn. Als we de besluiten goed lezen, dan kunnen we zien dat in het besluit bij de parkeergarage ook inderdaad wordt gesproken over de parkeergarage èn het Chasséveld en als alternatieve locatie zullen die zaken op elkaar moeten worden afgestemd. Verder denk ik, dat ook in het voorstel wordt aangegeven dat de parkeervoorzieningen voor de toekomst de mogelijkheid open laten voor een randbebouwing langs de Claudius Prinsenlaan. Ik denk dat het onderzoek zal moeten uitwijzen wat de voor en tegens zijn en dat we dan op een gegeven moment de balans kunnen opmaken en inderdaad kunnen zien welke locatie het meest daarvoor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 289