1 juli 1991 292 horeca. Daarvoor bleef het college oplossingen beloven en voor al die twijfels en problemen die in de commissie aan de orde kwamen zouden oplossingen komen en de V.V.D.-fractie gaf het college het voordeel van de twijfel. Achteraf bleken ook al die andere problemen, dus niet alleen de problemen die in het raadsvoorstel worden genoemd en nu als argument worden aangegeven, niet oplosbaar te zijn en zeker niet op zo'n korte termijn. In Uw brief van 30 mei aan de raad, waarin U meldt af te zien van de bouw aan het Van Coothplein, geeft U ook de risico's aan, die verbonden zijn aan al die verschillende procedures. Dit soort procedures is niet van gisteren, het is toch niks nieuws, ze bestaan al jaren. Het ontwerp is tussen december en mei 1991 toch niet zodanig veranderd, dat er ineens problemen komen opduiken ten aanzien van deze procedures? Voor de V.V.D. blijft dan ook de vraag: waarom heeft het zolang moeten duren voordat de knoop werd doorgehakt? Waarom zijn we constant eigenlijk een beetje aan het lijntje gehouden? Dit had misschien ook vermeden kunnen worden als de zaak in een veel vroeger stadium bij de planontwikkeling was betrokken. Daar heeft de V.V.D. vanaf het allereerste begin al naar gevraagd. Maar het college wilde wachten met het instellen van een commissie ad hoe tot né het definitief ontwerp. Voor de V.V.D. is nooit duidelijk geworden waarom er toch altijd tot né dat definitief ontwerp moest worden gewacht. Praten achteraf heeft weinig zin meer en voor de V.V.D. blijft de schouwburg topprioriteit en de beschikbare gelden, zoals ook aangegeven, moeten zeker gereserveerd blijven voor de volgende activiteiten rond de schouwburg. U stelt voor een onderzoek te doen naar de mogelijkheden van de bouw van een schouwburg op vier locaties in Breda. Mevrouw Boidin heeft het ook al genoemd: is het niet beter om, na de discussie die we hebben gehad over de parkeergarage op het Chasséveld, nu over drie locaties te spreken? Maar misschien kunt U daarover meer uitleg geven. Eén locatie zal er uiteindelijk naar voren komen. Wat is de keuzemogelijkheid van de raad na dit eerste onderzoek? Worden wij geconfron teerd met: dit is de keuze, of krijgt de raad c.q. de commissie ad hoe nog een kans om hierover mee te denken of mee te praten? Hoe wordt de raad of de commissie ad hoe betrokken bij vele punten zoals wat ik eerder al zei, de keuze van de locatie. Ten tweede: houden we ons en hoe houden we ons aan een taakstellend bedrag? Er wordt steeds een taakstellend bedrag van 41 miljoen genoemd. Is dat nog steeds aan de orde? En wat moet er in dat bedrag dan wèl of niet worden meegenomen? Dan heb ik het bijvoorbeeld over financiële tegenvallers die nog op ons afkomen, over bijvoorbeeld alternatieven die gevonden moeten worden voor de locatie Van Coothplein, voor de toneeltoren die nog kapitaalsvernietiging heeft, afwikkeling van de architect, en zo zijn er nog vele kosten. Moeten die bedragen wel of niet in een bepaald bedrag, dat taakstellend wordt aangegeven voor de schouwburg, worden meegenomen? Heeft hier de raad of de commissie ad hoe nog een keuze in, of wordt dat ons gewoon zo voorgelegd? Gaan we weer uit van een horeca mix-maximaal model om de exploitatielasten te drukken en hoe hoog mogen de exploitatiekosten oplopen? Komen er ook in een vroeg stadium mogelijkheden om een onderzoek te doen naar een compleet andere opzet? De andere partijleden hebben het er al over gehad; toen in de vergadering van 2 mei werd gesproken over de horeca mix-maximaal is door de V.V.D. al gevraagd: wat is de bedoeling? Gaat het geëxploiteerd worden door de overheid en dan heb ik het over de ambtenaren of de schouwburg zelf, of wordt hier het particulier initiatief bij betrokken? Hierop is eigenlijk nooit een antwoord gekregen, want we kregen altijd te horen: dat komt pas in een later stadium. Ik denk dat het soms heel belangrijk is om het van te voren in een vroegtijdig stadium mee te nemen, om te weten hoe we met onze exploitatietekorten moeten omgaan. De raad zal dan ook bij deze keuzes en al die beslissingen in een heel vroeg stadium nauw betrokken moeten worden. Kunt U dan ook tevens toezeggen voorzitter, of U bereid bent naar de raad te komen met een procedurevoorstel van het college van burgemeester en wethouders, waarin heel duidelijk staat aangegeven welke stappen zij voorzien en waarin ook is aangegeven op welke momenten in dat nieuwe proces de raad of de commissie ad hoe betrokken wordt en onder welke mandaten het proces bestuurlijk wordt bewaakt? Bij het opslaan van De Stem van afgelopen zaterdag vroeg ik mij bij het artikel over Het Brabants Orkest af, willen we nog wel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 292