1 juli 1991 294 niet zo ontzettend veel behoefte hebben aan 187. Maar dit toch onder dankzegging aan Groen Links voor haar initiatief. De plannen die wij maken hier in Breda kunnen soms heel goed zijn en soms wat minder. Maar wij weten met z'n allen dat het realiseren van plannen kan vallen of staan bij de wijze waarop ze beoordeeld kunnen worden en daarbij speelt de media met name toch een belangrijke rol. We willen dan ook de betreffende wethouder adviseren om ten aanzien van de publiciteit rond het totale cultuurbeleid zeer prudent te handelen. Het artikel, mevrouw Neeb heeft er in feite ook al op gewezen, van afgelopen zaterdag over Het Brabants Orkest heeft ons toch wel doen schrikken en we zouden graag in dezen van de wethouder een reactie willen hebben. De heer GARRITSEN Even een vraag vooraf aan U, voorzitter. Het voorstel dat nu op tafel ligt, is dat een collegevoor stel dat unaniem wordt gedragen door alle wethouders, of is daarover verschil van mening? Dat zou ik graag willen weten. De VOORZITTER De situatie is zoals die ook de vorige keer was. Ik merk daarbij op dat de heer Koekkoek nog geen beraadslaging in het college heeft meegemaakt. Toen dit voorstel aan de orde was heeft één wethouder verklaard dat hij niet kan instemmen met dit voorstel, met andere woorden er is sprake van een zekere mate van historische continuïteit. De heer GARRITSEN Het college heeft wel snel vergaderd, maar dit punt is dan schijnbaar nog niet aan de orde geweest. Ik had verwacht dat over dit voorstel toch enige duidelijkheid was of nu één of twee P.v.d.A.- wethouders hun standpunt al hadden ingenomen, maar dat zie ik straks welWat dit collegevoorstel betreft, het volgende. Het is voor onze fractie echt ongelofelijk, dat wij op 26 augustus 1989 een besluit nemen om binnen drie maanden resultaten op tafel te hebben over sponsorwerving, investeringen die nodig zijn, toezeggingen die gedaan zijn door het college, terwijl je beseft dat je nu op dit moment pas die zaken op tafel hebt liggen. Dan denk ik toch dat het college heel slecht heeft gehandeld. Allerlei toezeggingen die in de loop van het proces zijn gedaan over de voortgang van het proces, zijn regelmatig niet nagekomen. Het gaat er niet alleen om dat een enorme vertraging voor de schouwburg Concordia grote problemen oplevert, maar we hebben vanuit ons vertrekpunt unaniem gezegd: laten we daar een goede schouwburg neerzetten; we hebben toen unaniem gekozen, met best wat twijfels, voor het uitgebreide model 2. Er was een aantal randvoorwaarden bij ten aanzien van de investeringsbehoefte, de sponsoropbrengst en hoe het gebouw eruit zou zien en ook ten aanzien van de programmering. Aan al die punten, ik wil ze nu niet uitgebreid behandelen, voldoet het voorstel dat dan uiteindelijk op tafel ligt niet. Het is uiterst merkwaardig dat het college al die tijd heeft gebruikt en ons eind april een voorstel doet toekomen waarop we in een week zouden moeten besluiten en wel op 2 mei, we zouden dan groen licht moeten geven voor een plan. Onze fractie heeft toen een brief geschreven waarin wij zeiden, dat wij het toch een beetje te voorbarig vonden om de raad slechts zo'n halve week de tijd te geven voor een plan van 41 miljoen, los van het feit of we het daarvoor konden realiseren. Voorts zit dan een wethouder nog te verdedigen dat het bestuurlijk onverantwoord is om die besluitvorming tot eind mei uit te stellen. Ik vraag mij af, als we nu dit voorstel beschouwen, hoeveel uitstel dat dan betekent en is dat in feite dan ook niet bestuurlijk onverantwoord? Op talrijke zaken heeft het proces niet gelopen zoals het zou moeten zijn en met name de laatste twee maanden zijn zaken naar buiten gekomen waarvan ik me afvraag: wat is er het jaar daarvoor gebeurd? Als je kijkt naar de exploitatie, als je kijkt naar het behoud van de gevel, als je kijkt naar de investeringen: al dat soort zaken is compleet anders gelopen. En de problemen die zich voordeden werden naar onze mening steeds vooruit geschoven. Er werden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 294