1 juli 1991 296 Ik zou wel eens willen weten van de Bredase bevolking of ze inderdaad zo'n omvangrijk project wenst, of ze inderdaad straks, als we het proces in gang zetten, bereid is om mogelijk meer middelen beschikbaar te stellen, want daar komt het denk ik toch op uit en of men die vier locaties ziet zitten. Ik denk dat je daarmee naar buiten moet komen. Of moet je zeggen: we gaan nu die vier locaties bekijken en we gaan ze daarna wel informeren over het plan dat we willen gaan doen? Ik denk, nu je met een nieuwe start komt, dat je opnieuw naar de culturele instellingen moet gaan. Wij hebben zelf als fractie enorm veel reacties gehad op de plannen, het college heeft ook veel reacties gehad en ik denk dat de behoefte vanuit de culturele sector om met de raad en met het college over de planontwikkeling te praten heel groot is. Maar misschien zijn die signalen bij Uw fractie niet bekend; bij onze fractie hebben we veel van die signalen De heer DE LEEUW Die zijn bij mijn fractie natuurlijk bekend, mijnheer Garritsen. Maar wat U in feite voorstelt is een referendum. Ik kan U best vinden op onderwerpen, maar niet op dit onderwerp, zo uitgebreid De heer GARRITSEN Dan hebt U toch slecht geluisterd. Ik heb het woord referendum helemaal niet in de mond genomen. Ik heb alleen gezegd: ik wil dat je over de plannen die we nu ontwikkelen de culturele instellingen die gebruik maken van de schouwburg informeert en datje die erbij betrekt en vanaf het begin enthousiast krijgt voor een plan. Ik denk dat dat nu de noodzaak is van Breda als je nu weer gaat starten. Ik heb al gezegd dat er een comité Behoud Concordia is, dat drie bezwaren heeft waarvan er vermoedelijk twee overeind blijven en naar mijn mening is het dan beter om met de bewoners van Breda te overleggen. Zeker van een partij als D66 had ik ook die mening verwacht. Maar als D66 zegt: dat moet in de vorm van een referendum, dan staan wij daar zeker niet afwijzend tegenover. De heer DE LEEUW Neen, mijnheer Garritsen, zo heb ik dat niet gezegd. U stelt een aantal eisen, dat voorgelegd moest worden aan de Bredase bevolking. U gaat dan verder dat U alleen met de culturele instellingen zou willen praten. Dat maakt de zaak anders. Als U de zaak wilt voorleggen aan de Bredase bevolking, zou dat kunnen middels een referendum. Overigens, alle instellingen en dergelijke weten wat het program van eisen is, dat is allang behandeld en in de inspraak geweest. Waar wij nu mee bezig zijn is een onderzoek naar vier locaties. Dat is de start waarmee we nu verder gaan. De heer GARRITSEN Toen wij met het project in de foyer van de schouwburg startten, heeft een aantal mensen en instellingen daarbij gezeten. Die zijn wel geïnformeerd. Maar toen spraken we over 17,5 miljoen. Dat was een heel andere situatie. Toen spraken we niet over een horeca mix-maximaal model, toen spraken we niet over deze omvang van een schouwburg. We hadden toen andere pretenties en het was best een ambitieus plan, maar het was zeer zeker niet datgene dat er aan het einde op tafel ligt. En als je nu daarmee verder gaat, vinden wij datje daarover de bevolking moet raadplegen. Datje daar naartoe moet gaan en in overleg moet gaan, zeker met de culturele instellingen, waarvan ik heb gemerkt dat ze echt betrokken zijn bij de zaak en dat ze graag willen meespreken over de richting waarin dit schouwburgverhaal verder gaat. Ik vind het slecht dat je dat niet doet. Wat betreft de vier locaties die uit een studie zijn gekomen, het volgende. We hebben zelf, dat is dan ons initiatief geweest, ook gekeken naar defensieterreinen die vrij komen. Dat zou een mogelijkheid zijn om daar eventueel een schouwburg neer te zetten. Het belangrijkste argument voor ons om dat niet te doen was dat het ongelooflijk urgent is om snel met die

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 296