7 MAART 1991
30
afgelopen dagen was wel, dat er nu openlijk over het ont
werp gesproken kan worden. Ik beperk mij tot één facet: de
gevel. Bij raadsuitspraak is gesteld dat de historische ge
vel in het plan moest worden opgenomen, zie de nota "Podium
van Morgen". Nu wordt de gevel op een wijze weggezet, die
mij doet denken aan de ruïne die ons blijkbaar moet herinne
ren aan vroege en wellicht ook slechte tijden. Welke rela
tie is er dan met het monumentenbeleid van Breda? Het lijkt
erop, ik druk me voorzichtig uit, dat er opnieuw een monu
ment wordt geofferd. Een enkele opmerking over de commissie
Konijnenbelt. De P.v.d.A. is van mening dat in het rapport
een aantal gedachten is neergelegd, dat kan bijdragen tot
het grote ruimtelijke probleem van Breda: bouwen voor wonen
en werken op eigen grond. Vanzelfsprekend is het niet al
leen Breda die hierin een rol speelt. In goed overleg met
de regiogemeenten en de provincie zien wij in het rapport
van de commissie Konijnenbelt een eerste stap om te komen
tot een versterking van het draagvlak van Breda. Hiervoor
klonk al enigszins de twijfel door over de financiële haal
baarheid. Die haalbaarheid is niet beperkt tot investerin
gen voor de schouwburg. De kadernota staat ook onder druk
van de tussenbalans. Aanvankelijk leek het op een bezuini
ging van 10 miljoen voor Breda, maar na overleg tussen re
gering en V.N.G. is er blijkbaar enige lucht gekomen. Heeft
het college hierover meer duidelijkheid? De effecten van de
tussenbalans kunnen ook gevolgen hebben voor de wijze van
financiering zoals voorgesteld in de kadernota. Ik wijs op
het omzetten van de structurele ruimte in de budgetten naar
investeringsvolume. Zie het besluit, onder punt drie. In
hoeverre is een mogelijke inkomstenvermindering te rijmen
met dat voorgenomen besluit? Voor de P.v.d.A. is de begro
tingsvoorbereiding daarom sterk afhankelijk van de juni-cir-
culaire. Dat betekent dat door het college in beginsel be
gonnen kan worden om de begroting conform deze kadernota
voor te bereiden. Echter, indien uit de discussie over de
definitieve schouwburgplannen en/of uit de maatregelen uit
Den Haag blijkt dat de prioriteiten die de P.v.d.A. gereali
seerd wil zien in het gedrang komen, dan zal mijn fractie
met voorstellen komen om de beoogde begroting 1992 bij te
stellen, opdat ook andere zaken die voor Breda van belang
zijn gefinancierd kunnen worden.
De heer TAKS
De V.V.D.-fractie heeft ietwat teleurgesteld vastgesteld
dat deze kadernota, zoals haar onmiddellijke voorgangster,
wat beperkter van opzet is dan ons voor ogen stond toen in
dertijd met de kadernotamethodiek werd begonnen. Vorig jaar
werd in de kadernota 1991 de ruimte voor nieuw beleid open
gelaten. Dit wegens de naderende verkiezing van een nieuwe
gemeenteraad en overigens overeenkomstig de uitdrukkelijke
wens van de oude raad. Bij de nu voorliggende kadernota
1992 ontbreekt het toegezegde meerjareninvesteringsplan, in
clusief de integrale afweging van de knooppuntprojecten. Er
zijn ongetwijfeld zeer goede redenen die ten volle recht-