1 juli 1991 303 moeten worden om de schouwburg één of twee of drie seizoenen door te laten gaan, dan snel moeten handelen, omdat half augustus het nieuwe theaterseizoen begint. Ik heb U ook al, in ieder geval in de commissie, gemeld dat het college ten aanzien van de programmering duidelijkheid heeft verschaft aan de directie van de schouwburg, om in ieder geval een programma aan te bieden. Dat is een week geleden gepresenteerd is. Het gaat niet alleen om de programmering. Het zal ook duidelijk zijn dat er een aantal investeringen moet worden gedaan om een minimale voorziening aan het Van Coothplein in stand te houden. Dat betekent financiële ruimte. Wij hebben de concrete plannen, de concrete investeringen van de directie van de schouwburg op dit moment binnen. Die worden op financiële, maar ook op inhoudelijke consequenties nog een keer getoetst en ik zal het college voorstellen om meteen na de zomervakantie naar Uw raad te komen ter kredietvotering en daarbij de dekking aan te geven om in ieder geval de schouwburg zeker naar de relatie met het publiek in alle opzichten redelijk en publiekvriendelijk te laten functioneren. Laat duidelijk zijn dat een aantal investeringen, U weet dat ook, in de discussies de afgelopen jaren is uitgesteld, omdat we van mening waren dat dat met ingang van 1992 zou gaan gebeuren. Naar aanleiding van de opmerking van mevrouw Heessels over externe deskundigheid het volgende. Mocht de raad met het voorstel van het college akkoord gaan, dan ontstaat er vanaf morgen een volstrekt nieuwe situatie. Een aantal adviseurs heeft het college voorstellen gedaan, waarover we U uitgebreid ook middels een brochure hebben geïnformeerd. Een onderzoek zal verder moeten leiden tot duidel ijkheid over welke locatie mogelijk isIk zal het college voorstellen, mevrouw Heessels, om in de eerste discussie daarover, die morgen zal worden gevoerd, nadrukkelijk ook een externe projectmanager te betrekken. Over de opmerking van mevrouw Heessels inzake de dislocatie in relatie tot hinderwet en het gebouw aan het Van Coothplein het volgende. In het preadvies stelt het college voor om parallel aan het locatie-onderzoek in al zijn consequenties niets bij voorbaat uit te sluiten, maar ook te onderzoeken wat mogelijk is met de huidige schouwburg inclusief de voorzieningen die daar zijn en inclusief de toneeltoren. U schat het goed in dat de risico's ten aanzien van het mogelijk verlenen van de hinderwetvergunning daar uiterst gering zijn. Ik kan me voorstellen, maar dat zal nadere studie moeten uitwijzen, dat ten aanzien van het doelgroepbeleid in ieder geval hinder op het achterterrein en in de aanliggende straat in de toekomst wordt voorkomen. Ik kan me dan voorstellen, maar dat terzijde, dat dat publiek voornamelijk komt met openbaar vervoer of met de fiets. Dat zal in alle modellen die je ontwikkelt nadrukkelijk moeten worden meegenomen om de overlast die in de buurt de afgelopen jaren is gevoeld te minimaliseren. Mevrouw Neeb vraagt naar de oplossingenten aanzien van de infrastructuur. Ze vindt die, zo heb ik het uitgelegd, minder expliciet in het preadvies aan de orde komen. Ik zeg U, mevrouw Neeb, ook nu toe, en ik dacht dat ik dat in de commissie in ieder geval ook had gedaan, dat als het gaat om verkeersoverlast, als het gaat om de hele infrastructuur, parkeerproblematiek en dergelijke Mevrouw NEEB-WIEGERSMA Ter interruptie. Het was niet mijn bedoeling dat ik die situatie in de nieuwe situatie niet overzie. Ik denk dat we daar misschien wat minder problemen mee hebben. Ik gaf het alleen aan omdat die problemen bij de vorige situatie ook onderschat zijn en dat we nu andere argumenten aangeven waarom deze locatie niet past. Maar er waren bij de V. V.D. twijfels over dat soort problemen, omdat daarvoor ook geen oplossing is gevonden. Ik wil niet zeggen dat ik dit soort problemen nu ook verwacht bij de toekomstige locatie. Misschien heb ik me daarin verkeerd uitgedrukt. Wethouder AD ANK U wijst op de situatie zoals die is geweest en ik denk dat dat inderdaad correct is, zoals U het zegt. Is dat op het moment geweest in de laatste maanden, of heeft het een langere voorge schiedenis gehad? Ik denk, en daarin is het college richting raad in haar brief duidelijk geweest, dat wij waren doorgegaan op het Van Coothplein met alle risico's van dien, als wij er op dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 303