26 SEPTEMBER 1991 320 gewenst worden besproken. Dan deel ik U voordat de ingekomen stukken aan de orde komen nog mee, dat in de pauze van de raad de eerste Unicef-kaart van dit jaar door het regionaal Unicef-comité Breda hier zal worden uitgreikt aan ondergete kende. Dat gebeurt beneden, maar het is maar dat U weet wat er op dat moment aan de hand is. Dan zijn allereerst aan de orde de ingekomen stukken. Akkoord met de ingekomen stukken onder A. en C. Ingekomen stukken onder D. De heer GARRITSEN Ter kennisname of informatie staat een brief van de gezamenlijke vakcentrales Noord- Brabant inzake de W.A.O.-plannen en de ziektewetplannen van de regering. Ik heb het college gevraagd om die brief, die petitie, van een preadvies te voorzien en als zodanig te agenderen. Dat heeft het college niet gedaan. Het college zegt: dat is een zaak die de lokale overheid, om met mijn eigen woorden te zeggen, eigenlijk niet direct aangaat en als zodanig behoeft het ook niet van een preadvies te worden voorzien. Van mijn kant heb ik er toch behoefte aan om te vragen deze brief op de agenda van de vergadering te zetten om in ieder geval te bereiken dat de raad van Breda de zaak behandelt en ik denk zelf ook gelet op artikel 128 van de Gemeente wet waar het erom gaat dat gemeentebesturen er ook zijn om de belangen van de bewoners, nogmaals eigen woorden, te bepleiten bij Provinciale Staten en bij andere overheden. Dan denk ik dat het bespreken van die petitie van de vakcentrales en een standpunt innemen op zich een hele goede zaak voor Breda zou zijn. Ik wil de andere fracties verzoeken om dat standpunt, dat voorstel van orde in feite om die brief op de agenda te plaatsen en te behandelen, te onderschrijven. Er zijn meerdere steden in het land geweest die een uitspraak als lokale verheid hebben gedaan en ook op grond van artikel 128 daarin een standpunt innemen. En ik vind het een beetje een ontwijking als je zegt: het betreft niet de bevoegdheden van de gemeenteraad. Wij doen regelmatig uitspraken over zaken waaromtrent de beslissingsbevoegdheid bij het Rijk ligt, maar waarbij wij wel degelijk een stuk betrokkenheid moeten hebben. De heer TAKS Het college heeft naar onze mening terecht geweigerd aan het verzoek van de heer Garritsen en de zijnen te voldoen. Het gaat om een onderwerp dat zeker ook voor de burgers van deze stad van belang is, maar in dat opzicht verschillen de Bredanaars niet van inwoners van welke andere gemeente ook in ons land. Ergo, het is onderwerp van nationaal belang en hoort thuis op het niveau van het parlement. Een juist standpunt van het college, een onjuiste visie van de heer Garritsen. Er is nog een andere reden om tegen zijn ordevoorstel te stemmen. Wij hebben in de loop van de jaren ons altijd consequent verzet tegen ordevoorstellen die beogen een ingekomen stuk als zelfstandig punt aan de agenda toe te voegen om over de inhoud van zo'n brief te beraadslagen en er een besluit over te nemen. Dat staat op gespannen voet met ons reglement van orde, met artikel 14. Dat geeft de procedure aan hoe te handelen als de raad over de inhoud van een stuk wil spreken. Dat we zo'n stuk behandelenna preadvies van het college. Daar gaan wij trouwens op tegen zijn, omdat wij het geen gemeentelijk aangelegenheid vinden. Maar die juiste procedure waarborgt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 320