26 SEPTEMBER 1991 328 De heer TAKS U hebt het gevoel dat U een schot voor de boeg hebt gekregen van ons? Het was een gebaar van hoffelijkheid jegens de 25-jarige De heer DE LEEUW U bent daarin duidelijk geweest, mijnheer Taks. Nog een opmerking ten aanzien van de kaft. Het is een turfschip en ik hoop dat de discussie levend blijft en dat het duidelijk wordt, zodat wij niet een echt turfschip binnenhalen met wat daar uiteinde lijk uit de hoge hoed gekomen is. De VOORZITTER Neen, want daar zit U in ieder geval zelf bij. Dat geeft mij enigszins vertrouwen in de afloop van de discussie. Ik denk dat ik hetSorry, de heer Garritsen had zich niet gemeld, maar De heer GARRITSEN Neen, het punt is dat we eigenlijk, wat de heer Taks zei, toch op een vrij goede manier betrokken zijn geweest bij de totstandkoming van de nota. De zaken die daarin staan kunnen onze volledige instemming hebben. Ik denk zelf, waar het gaat om bestuurlijke vernieuwing, datgene ook wat fracties aandragen om de bevolking er meer bij te betrekken: dit is een beetje een voorwaarde. Maar het allerbelangrijkste is natuurlijk vroegtijdig contact met de bevolking opnemen, vroegtijdig informatie uitwisselen, mensen bij besluitvorming betrekken. Dat soort zaken zul je moeten doen. En daarbij zou de inhoud van de politiek naar onze mening prioriteit moeten hebben. Daarover zal het gaan en minder over procedures en dat soort zaken. Maar ik denk als wij vanavond deze nota aanemen dat we toch weer een stapje in de goede richting zijn. De VOORZITTER Op de eerste plaats zou ik nog eens de hele plezierige wijze waarop de nota tot stand is gekomen willen onderstrepen. Ik heb het zelf als plezierig ervaren, dat wij met alle fractievoorzitters gezamenlijk in een aantal discussies tot dit stuk zijn kunnen komen. Dat betekent tegelijkertijd ook dat we een breed draagvlak hebben hier in de gemeenteraad en ik zou namens U ook de ambtenaren die zich met deze kwestie hebben beziggehouden nog eens nadrukkelijk willen bedanken, want die hebben voor ons toch veel research verricht waardoor de besluitvorming ook een stuk gemakkelij ker werd. Ik denk als ik zou moeten proberen het samen te vatten, dat ik dat wat U heeft gezegd zou kunnen samenvatten onder de noemer dat de bestuurlijke vernieuwing niet zomaar een momentum is in de politiek, maar dat het eigenlijk een continu proces zou dienen te zijn. Dat betekent ook voor het college dat, met het vaststellen van deze nota en met het vaststellen van de deelnotities zoals die zijn afgesproken, daarmee natuurlijk het proces van bestuurlijke vernieuwing niet ophoudt. Waarom niet? Op de eerste plaats niet, omdat er altijd weer nieuwe ideeën zijn over hoe je het functioneren van een gemeentebestuur zou kunnen verbeteren. Op de tweede plaats, en ik sluit dan aan bij wat een aantal van U heeft opgemerkt, omdat de relatie tussen kiezer en gekozene niet een alleen zaak is van de raad hier maar natuurlijk ook primair een zaak is van de politieke partijen. En het is aan de politieke

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 328