26 SEPTEMBER 1991
330
De VOORZITTER
Ja, er is een aantal mogelijkheden in de wet. De huidige Gemeentewet is ook
monistisch, maar het heeft toch niet verhinderd dat die zich in dualistische zin heeft
ontwikkeld. Over het referendum zoals door de heer Taks genoemd, zal ik maar niet
het woord voeren, omdat ik liberalen ken in deze zaal die wel een voorstander
daarvan zijn. Ik denk dat ik daarmee genoegzaam de vragen en de opmerkingen heb
beantwoord. Ik geloof dat we thans met de deelnotities verder aan de slag moeten
en ik denk dat we in ieder geval binnen een halfjaar tijd ook al die deelnotities
kunnen hebben uitgewerkt. Dat is ook goed, want dat zou betekenen dat wij twee
jaar na de verkiezingen dit programmapunt volledig hebben uitgevoerd. En daarvan
zouden we hopen dat dat met een heleboel andere agendapunten ook het geval was.
Akkoord.
199. UITVOERING ENKELE ONDERDELEN NOTA BESTUURLIJKE
VERNIEUWING.
De VOORZITTER
Over punt 199 heeft U ook impliciet het woord gevoerd. Wenst iemand daarover
nog afzonderlijk het woord te voeren?
Akkoord.
200. VASTSTELLING VAN DE TEKST VAN HET "BREDAAS VOLKSLIED".
De heer VAN FESSEM
Het is geen belangrijk maar wel een leuk moment dat wij na al die jaren thans ons
volkslied mogen gaan vaststellen. Ik heb er U mee overvallen, maar wij zouden het
op prijs stellen als U voor deze ene en waarschijnlijk laatste keer het volkslied zou
willen inzetten, waarna wij zullen volgen.
De VOORZITTER
Ik verzoek U allen te gaan staan.
Hierna zingt eenieder het eerste couplet van het "Bredaas Volkslied":
"Te midden van de paarse heide,
Waar samenstroomen Mark en Aa,
Daar ligt geroemd door alle tijden
Onz' eigen stad, ons fier Breda.
Breda vooruit! De klokken luiden.
Breda, gij blijft de schoonste stad van 't Zuiden".
De VOORZITTER
Ik kan U overigens naar aanleiding van dit agendapunt, want ook dit mag een
hoogtepunt worden genoemd in de historie van Breda, mededelen dat ik hedenmiddag
van het ministerie van Binnenlandse Zaken te horen heb gekregen dat er een nieuw