26 SEPTEMBER 1991
331
Koninklijk Besluit zal worden geslagen, waarmee het oude Koninklijk Besluit komt
te vervallen. Dat Koninklijk Besluit heeft betrekking op het erkennen van het
gemeentewapen van Breda. Dat betekent dat we uiteindelijk, ook na een halfjaar
veel brieven schrijven naar Binnenlandse Zaken, de strijd hebben gewonnen en dat
ons gemeentewapen niet hoeft te worden aangepast aan de omschrijving, maar dat
de omschrijving, zoals het ook hoort, wordt aangepast aan het gemeentewapen dat
al zes eeuwen lang wordt gehanteerd. Dus dat Koninklijk Besluit zal ook binnenkort
afkomen.
Akkoord.
201. NOTA "SCHERING EN INSLAG".
De heer H. VAN DONGEN
Een goed leesbare nota, duideljk geschreven en toch beknopt. En er staat veel in.
De uitvoering - want wij zijn in Breda meesters in beschrijvingen in deelnotities, als
het maar op papier staat - het gestalte geven moet met en door mensen gebeuren.
Zeker als je die nota nog eens een keer leest en herleest. Het is een proces, dat is
ons duidelijk, maar het is een proces waarbij een aantal mensen is betrokken op
verschillende, tegengestelde zeg ik niet, niveaus. En dit proces is niet computer te
sturen. Soms denk ik dat men binnen de gemeente alles met een computer wil oplos
sen. Toch hebben wij er alle vertrouwen in dat het goed gaat en wij nemen aan dat
we van tijd tot tijd, dat is ook gebruikelijk geloof ik in deze gemeente, regelmatig
geïnformeerd worden. Zij die het inhoud moeten geven in het belang van onze goede
Bredase stad wensen wij sterkte.
De heer TAKS
Bij de laatste kadernotabehandeling, bij welke gelegenheid ook het ontslag van de
toenmalige gemeentesecretaris aan de orde was, heb ik namens de V.V.D.-fractie
de aandacht van het college gevraagd voor de trage voortgang van het proces van
beleidsvoorbereiding. Dit aan de hand van een aantal met name genoemde
voorbeelden. Naar onze indruk moest de oorzaak van dit verschijnsel niet in de eerste
plaats worden gezocht in onduidelijkheden omtrent de positie, de plaats en de taak
van de gemeentesecretaris, maar in tekortkomingen in de ambtelijke en bestuurlijke
organisatie die verder reiken dan alleen maar de positie van de gemeentesecretaris.
We hebben daarom bij die gelegenheid gepleit voor een breed opgezet onderzoek
dat zou kunnen worden aangemerkt als de in het programakkoord afgesproken
evaluatie van het reorganisatieproces dat sinds 1982 in de ambtelijke organisatie is
doorgevoerd. De nota die nu voorligt is misschien toch wat te beperkt van opzet om
als zo'n algehele evaluatie te kunnen gelden, maar ze beantwoordt wel geheel en
al, althans in voldoende mate, aan onze bedoelingen. De nota is niet beperkt gebleven
tot een geïsoleerde benadering van de gemeentesecretaris, maar ze strekt zich uit
zowel over de bestuurlijke als de ambtelijke component van de gemeentelijke
organisatie. Het college, van zijn kant, heeft zelfs niet geschroomd zich over te geven
aan een kritische zelfreflexie en de raad daarvan deelgenoot gemaakt in een openbaar
stuk. Onze waardering daarvoor. Hoofdstuk 2 schetst een ideaal beeld van de manier
waarop het college wil functioneren. De huidige praktijk wijkt nog duidelijk daarvan