26 SEPTEMBER 1991
338
het onderhandelingsresultaat inclusief de financiële consequenties daarvan. Het
college en met name de wethouder personeelszaken zijn daarvoor verantwoording
schuldig aan de gemeenteraad. Daarbij past naar mijn mening niet dat niet-wethouders
als medeverantwoordelijk voor het resultaat van de onderhandelingen, de handen
worden gebonden, terwijl ze geen reële invloed hebben gehad op het verloop van
de onderhandelingen. Een goede afstemming tussen college en raad kan ook zonder
raadsleden buiten de wethouder aan de onderhandelingstafel worden bereikt, als
de ontwerp-agenda voor de G.O.-vergaderingen vooraf ter advisering wordt voorgelegd
aan de commissie personeelszaken, eventueel in een besloten vergadering. Het college
kan dan, gehoord het advies van die commissie, besluiten zijn voorstellen aan het
G.O. al dan niet te handhaven. Vervolgens komen de besluiten die daar worden
genomen bij het college of bij de gemeenteraad in de vorm van een normaal
raadsvoorstel terecht. Dat lijkt mij een betere setting dan de aanwezigheid van leden
van de gemeenteraad in het G.O.
Wethouder SANDBERG
Ik denk dat de heer Taks helder en duidelijk schetste hoe het straks komt te liggen.
Het is correct, de raad draagt de zeggenschap over een aantal arbeidsvoorwaarden
over aan het G.O. Het G.O. is dan een onderhandelingsproces tussen verschillende
partners en dan moet je die zaken tamelijk helder hebben. Feitelijk is dat bij dit
agendapunt nog niet aan de orde. Dat zal straks bij de uitwerking gaan komen: hoe
we dan daadwerkelijk daar aan tafel gaan zitten. Ik plaats voorlopig toch een
vraagteken hoe dat zal gaan uitwerken wanneer de agenda in een vertrouwelijk
overleg vóóraf aan de commissie personeelszaken moet worden voorgelegd. Dat kan.
Alleen kan hooguit het college op dat moment zeg maar te berde brengen hoe de
insteek is met betrekking tot de onderhandelingen. Maar de heer Taks moet dan
ook begrijpen dat de feitelijke onderhandelingen op dat moment nog moeten gaan
plaatsvinden en onderhandelingen dragen per definitie het karakter dat je dan
compromissen moet sluiten. Kortom, vooraf consultatie van de commissie zou kunnen,
zeker op een aantal belangrijke hoofdpunten. Dat zou moeten kunnen. Dat betekent
wel dat het eindresultaat na de onderhandelingen in het G.O. wel eens anders kunnen
uitpakken, maar ik denk ook dat er dan binnen de commissie ook veel meer begrip
ontstaat als je dat proces kunt uitleggen: hoe het een en ander is gekomen. Vandaar
dat ik zeker niet wil zeggen: laat nu maar dat college zijn gang gaan en wij komen
wel met het resultaat. Ik denk, zeker op de belangrijke zaken, vooroverleg, alleen
als dat vooroverleg in ieder geval maar wordt gekenschetst door een intentie uit te
spreken langs deze lijn. Het kan niet zo zijn dat dat vooroverleg die wethouder bij
wijze van spreken, of dat college, met een soort van afstandsbesturing het G.O.
instuurt, want zo werkt het natuurlijk niet. Dan moetje tijdens de onderhandelingen
ieder ogenblik gaan schorsen om terug te gaan naar dat vooroverleg. En dan zouden
we ook op de verkeerde situatie komen. Dan heb ik liever de raadsleden erbij maar
dan hebben we weer een nadeel, wat de heer Taks ten tonele voerde. We zullen de
weg gaan zoeken. Wij komen nog met een nadere uitwerking. Hier gaat het om het
principe van het overeenstemmingsvereiste. Als de raad daar ja tegen zegt dan zullen
wij met een nadere uitwerking komen, met name met betrekking tot hoe wij met
de raadsleden en het G.O. dan gaan opereren.