26 SEPTEMBER 1991 340 Om met de laatste spreker te beginnen. Er is een bestuur door Uw raad gekozen en dat bestuur waarin U dus kennelijk vertrouwen stelt, anders had U dat niet gekozen en benoemd, heeft een voordracht gemaakt. De vraag is of je dan zo princi pieel moet zijn tegen die voordracht om daar niet mee in te stemmen. Dat is uiteraard voor Uw verantwoording maar ik deel wat dat betreft de argumenten niet. Met betrekking tot de opmerking van de heer Martens, het volgende. Ik ben net vanmiddag om vijf uur, maar ik was niet meer in staat U daarvan nog in kennis te stellen, op de hoogte gesteld van het feit dat inderdaad waar U op doelde in de statuten van de B.S.W. staat dat de secretaris van de bestuurscommissie tevens secretaris is van de subcommissie randgemeenten. Daar waar de heer Wolfhagen wordt voorgedragen als secretaris en hij tevens voorzitter was van die commissie zou hij voorzitter en secretaris zijn tegelijkertijd van die zelfde subcommissie. Welnu, de bestuurscommissie heeft dit onderkend en heeft kennelijk gisteravond unaniem de heer Rops voorgedragen als voorzitter voor de subcommissie, zodat de weg vrij was voor de heer Wolfhagen om secretaris te worden en wij U dus niet hoeven lastig te vallen met een statutenwijziging. De VOORZITTER De heer Martens is daarmee tevreden en de heer Maas kunnen we niet tevreden maken. De heer Maas heeft een tweede termijn. De heer MAAS Neen, wij gaan niet akkoord. De VOORZITTER U gaat niet akkoord? Ja, dat kan niet, want er ligt hier een voorstel om te gaan stemmen. U kunt zich op zijn hoogst onttrekken aan de stemming. Dan ga ik thans over tot de formele afdoening van het agendapunt. Ik had U reeds uitgelegd dat U ten aanzien van de voorzitter de keuze heeft tussen blanco stemmen of stemmen op de heer Van Dommele en dat de heer Van Dommele per definitie gekozen zal zijn. Heeft het Uw instemming om dat dan zonder schriftelijke stemming te doen? Akkoord met de benoeming van de heer D. van Dommele tot voorzitter van de bestuurscommissie sociale werkvoorziening. De VOORZITTER Ten aanzien van de vice-voorzitter, de heer H. van Dongen, geldt hetzelfde vehaal. Dat heeft ook Uw instemming? U kunt niet voor of tegen een stemming zijn wnt die stemming is er. De heer GARRITSEN Ja, daar komen we wel uit. De VOORZITTER Ja, anders leg ik het U straks wel allemaal uit. Neen, het is moeilijk. Dat kan niet. Dan zou U blanco moeten stemmen. U bedoelt iets anders dus dat moet U niet doen. Dan moet U eigenlijk het agendapunt van de agenda laten afvoeren en een voorstel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 340