26 SEPTEMBER 1991
344
ongetwijfeld goed in zijn oren geknoopt want het zijn toch geen prettige zaken
wanneer de raad het op deze manier moet zeggen. Gelukkig dat U met dit voorstel
kunt instemmen want ik denk dat daarmee de bedrijfsvoering van de B.S.W. in ieder
geval in hoge mate is gediend. Dat is de intentie. Om daarop nog een keer terug
te komen in de commissie vind ik prima, maar we moeten het ook niet te lang doen.
De directeur erkent: ik heb die fout gemaakt, ik zal het nooit meer doen, college.
Dan zeg ik, op een goed moment moetje elkaar, ook als grote mensen onder elkaar,
recht in de ogen zeggen: akkoord, dan hebben we dus nu duidelijk de afspraak dat
het niet meer zal gebeuren. En dan gaan we over tot de orde van de dag. Ik heb
ook zo maar gereageerd.
De heer MARTENS
Ik heb nog een korte opmerking. Ik wil niet treden in de bevoegdheden van de
functionele wethouder maar dan lijkt het mij zinvol dat er eens een indringend
gesprek komt tussen de functie-wethouder en de directie B.S.W.
Wethouder SANDBERG
Dat heeft inmiddels plaatsgevonden.
De heer MARTENS
Bedankt voor de mededeling.
Akkoord.
212. VASTSTELLING GEMEENTELIJK MILIEUBELEIDSPLAN (G.M.P.).
De heer BLOMMERS
Breda heeft zich verheugd en mag zich verheugen met het behalen van de nationale
milieuprijs. Dit resultaat schept natuurlijk wel enige verwachtingen ten aanzien van
de kwaliteit van het Bredase gemeentelijk milieubeleidsplan. Met het voorliggende
G.M.P. maakt naar het oordeel van de C.D.A.-fractie onze gemeente de genoemde
verwachtingen zonder meer waar. We hebben ter beoordeling van het voorliggende
G.M.P. de milieuparagraaf van het verkiezingsprogram van het C.D.A. er nog eens
op nagelezen, wat we overigens ook wel uit het hoofd kennen. Om U en anderen
gerust te stellen zal ik ter wille van de tijd die niet'helemaal voorlezen maar zal ik
mij beperken tot het memoreren van een viertal steekwoorden uit dat C.D.A.-verkie-
zingsprogram. Het integraal karakter, het belang van milieuvoorlichting - want zo'n
plan valt natuurlijk wanneer er geen voldoende voorlichting is - samenspraak met
de maatschappelijke organisaties - we hebben naar alle organisaties geluisterd, we
hebben ze gehoord - en de voortrekkersrol van de gemeente Breda, al vele malen
bewezen maar vele gemeenten zullen nu ook al weer reikhalzend uitkijken naar het
G.M.P. Wij vinden het G.M.P. een zeer geslaagde vertolking van datgene dat de
opstellers van het C.D.A.-verkiezingsprogram en ook de opstellers van het programak
koord hebben beoogd. Bij de bestudering van de reacties op het G.M.P. valt het op
dat regelmatig de vraag wordt gesteld of het milieubeleid zoals het wordt voorgestaan
in het G.M.P. wel of niet ondergeschikt is aan de economische groei. Onze fractie
erkent dat hier sprake is van een spanningsveld. Wij als C.D.A. kiezen hier voor
