26 SEPTEMBER 1991 355 ook heel voorzichtig moeten omspringen, gezien toch het gebied dat Breda graag zou willen bebouwen en zaken doen, waarvan ik ook vind dat dat voor Breda nodig is. Vele mensen zullen daar moeten verdwijnen en als men hier dit hoort, men luistert niet mee want de betrokkenen zijn nu al twee avonden naar de inspraakavonden geweest, men zal toch mensen moeten wegkopen, dan denk ik dat het goed is dat daar waar de mogelijkheden liggen, die daar ook gecreëerd zullen kunnen worden. Daarover is ook duidelijk gesproken op de informatie-avond in het Informatiecentrum. De heer GARRITSEN Even het punt van de economische groei, in hoeverre je bepaalde zaken wel of niet moet toestaan. Als ik kijk naar bijvoorbeeld de uitgifte van kantoorgronden in Breda, dan zie je daarin een behoorlijke stijging. Dan zeg je: hoe ver moet je gaan, in hoeverre moet je aan die vraag voldoen en daar zit je ook met de afweging van milieu. Dat betekent ook, dat heeft de wethouder aangegeven, mobiliteitstoetsen die je bij dat soort locaties hebt. Met name een plan als Heilaar/Steenakker, een gigantische uitbreiding van de veiling, een behoorlijke uitbreiding van kantoorlocaties op dat gebied, moet je wel heel goed onderbouwen en zeggen of je dat acceptabel vindt. En dan kan de wethouder zeggen: dat is een plan dat juist die milieudoelstellin gen erg nastreeft. Ik denk datje dan, maar we hoeven niet gedetailleerd op dat plan in te gaan, moet kijken of dat klopt, of dat de zaken niet te veel vol slibben. Het is voor ons zeer zeker niet zo dat we zeggen: geen enkele uitbreiding, maar je moet ook eens kijken: heel wat kantoren die worden gerealiseerd betekenen verplaatsing van bedrijven uit andere steden die hier naartoe komen. Het betekent verplaatsing vooral met auto's. Met name bij de ontwikkeling in Breda, dat zie je in de structuur schets Hoge Vucht, dat zie je bij de Claudius Prinsenlaan, dat zie je bij de plannen Heilaar/Steenakker langs de Ettensebaan, al die invalswegen worden zo'n beetje ingevuld met kantoorbebouwing. Dan vraag ik mij af: is dat voldoende onderbouwd, loop je straks niet helemaal met je verkeer vast, wat we in feite al doen. En dan zeg ik: dat zullen we dan op planniveau waar we dan over spreken, moeten beoordelen, maar wij zijn daarin kritischer dan zeg maar het college, die soms met plannen komt waarvan wij vinden dat die op dat terrein met name verkeer/onvoldoende zijn onderbouwd, en de effecten op het milieu daarvan. Een tweede punt is toch het bestemmingsplan buitengebied. Dat is een gigantisch groot bestemmingsplan. We hebben heel veel waardering voor hoe dat eruit ziet, op zich is dat heel prima. Er zit een aantal zaken in, waarover de heer Van de Steenoven ook sprak, over kassenbouw en dat soort zaken. Als het gaat over wat de heer Goos zegt, verplaatsing, dan kun je zeggen: in bepaalde situaties zou je dat kunnen toestaan. Maar anderzijds is het natuurlijk gigantisch uitgebreid, al die kassencomplexen rondom Breda, waarover toch jaren geleden discussie was, het streekplan van Brabant: moet je dat verder doen. Er werd vaak gezegd: we kijken er wel eens naar, maar ondertussen gebeurden al die uitbreidingen en dan zeg ik: dan moet je ook eens kijken hoe je daar kunt ingrijpen om dat soort dichtbouwen, landschapsaantasting ongedaan te maken. Een laatste opmerking. Ik begrijp de mening van de P.v.d.A. die zegt, en ook het college, ten aanzien van zo'n golflocatie: die zaak moet je ordentelijk afwerken. Ik denk dat het terecht is. Anderzijds vind ik wel dat je politiek ook eens moet luisteren naar een signaal datje het daar niet zou moeten neerzetten. De B.M.F. zei al jaren geleden dat het is eigenlijk een slechte locatie is, de Groene Koepel ook

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 355