26 SEPTEMBER 1991
356
al: een beeklandschap, moet je daar zo'n golflocatie inplannen? Dus ik denk dat de
fracties zich ook wat beter zouden moeten informeren of je dat soort zaken gaat doen
en ik hoop dat het vaststellen van deze beleidsnota de aanzet geeft om steeds kritisch
naar de plannen te gaan kijken.
Wethouder RöMKENS
Ik ga toch niet al te diep in op de kassenbouw. Ik denk dat de heer Goos precies
heeft aangegeven wat ik ook in eerste termijn heb gezegd en ik ben ook blij met
de opmerking van de heer Van de Steenoven in tweede termijn. Ik ben wat dat betreft
niet blij met de opmerking van de heer Garritsen in tweede termijn, want de heer
Garritsen suggereert een beetje alsof wij het buitengebied zitten vol te plannen met
kassen. Niets is minder waar. Kijkt U naar het bestemmingsplan buitengebied. We
zijn heel selectief, met name op grond van milieu-overwegingen zijn gebieden
aangewezen waar kassen kunnen worden gerealiseerd om die kassen die elders
moeten verdwijnen daar te realiseren en dan denk ik dat het toch een beetje
ongenuanceerd overkomt als de indruk wordt gewekt dat het buitengebied wordt
volgegooid met kassen. En dat dat aan bepaalde kritische normen moet voldoen,
mijnheer Van de Steenoven, daarover zijn we het helemaal met elkaar eens. De
geluiden die ik dienaangaande hoor met betrekking tot het toepassen van de
hinderwetvergunning spreken in dit verband boekdelen. Wij moeten keuzes maken
en ik bedoelde, mijnheer Van Gurp, toen ik dat zei en U daarbij betrok - de heer
Van de Steenoven had het over een managementprobleem - het is niet alleen een
managementprobleem, daarbij verwijzend naar Uw opmerking van het uitwerkings
plan, en de heer Meeuwissen in verband met zijn realistische presentatie: het is meer
dan een managementprobleem, het is ook een politiek probleem. Dat probeer ik
te zeggen, dus wij zitten op dezelfde lijn. Ik vind de voorbeelden van de heer Van
de Steenoven niet helemaal gelukkig met betrekking tot 't Hout in verband met de
motivatie van het apparaat. Ik denk dat het college af en toe ferme standpunten heeft
ingenomen en moet innemen waardoor minstens de duidelijkheid bij het apparaat
bestaat dat het het college ernst is met het milieu en een voorbeeld daarvan mag
ik toch noemen: Heilaar/Steenakker. Een kritische toetsing, mijnheer Garritsen, met
betrekking tot uitgifte van kantoorgronden in het kader van mobiliteitsscenario's,
ook in het kader van verplaatsing maar ook, en ik wil het toch ook een keer zeggen,
in het kader van werkgelegenheid, want het is niet alleen een kwestie van een kantoor
dat veel geld opbrengt op het gebied van grond, maar het heeft toch ook iets te
maken met de werkgelegenheid en die afweging tegen de achtergrond van bepaalde
milieu-eisen in het kader van mobiliteit en in het kader van bereikbaarheid: dat zijn
zaken waarvoor wij in de komende tijd nadrukkelijk zullen worden gesteld als we
praten over economische groei en milieu en derhalve spanning. Voorzitter, ik dacht
dat ik het daarbij kon laten.
Akkoord.
De VOORZITTER
Dan denk ik dat we met elkaar nu kunnen vaststellen dat de tijd is aangebroken om
koffie te drinken. Ik maak U erop attent dat U met Uzelf de afspraak heeft gemaakt
dat U om elf uur zou willen stoppen. Als ik kijk naar de agenda, dan zijn er nog twee