26 SEPTEMBER 1991
360
len om dat te doen op basis van datgene wat wij bij het vaststellen van de begroting
met z'n allen willen, kijken of dat is gehaald en eventueel praten over de verschillen
die ontstaan en de redenen daarvan.
De heer BOKKELKAMP
Een belangrijke doelstelling op het financieel beheer, het financieel beleid, is gehaald.
Ik kan me nog herinneren toen ik in 1982 aantrad in deze raad dat het aantal
jaarrekeningen ongeveer zes jaar achter lag. Dat hebben we in de loop van de tijd
redelijk bijgebracht. Eén van die doelstellingen was de jaarrekening van een bepaald
jaar te presenteren voor de begrotingsbehandeling van het jaar, volgende op het jaar
na die jaarrekening. Dus T 2 zoals ze dat in vaktermen wel eens een keer zeggen.
Dat is allemaal gelukt. Het is inderdaad allemaal nog niet optimaal. Ik heb niet die
zorgen voor de administratieve organisatie. Zelfs deelgebieden waar we op een
gegeven moment wel zorgen zagen, vorig jaar, daar is al een enorme inspanning
geregeld. We moeten alleen niet blijven slapen, we moeten doorgaan, doorgaan met
het verbeteren van het financiële beheer, doorgaan naar een goede administratieve
organisatie. Ik denk voorlopig zoals we er nu zijn, dat het een compliment waard
is voor het ambtelijk apparaat, de afdeling financiën, de financiële afdelingen bij de
diverse diensten en ik denk ook toch de rekeningcommissie en de functionele
commissies. Naar mijn mening kan er misschien wat worden verbeterd voor wat
betreft het bekijken van de jaarrekening in de functionele commissies, zeer zeker
voor wat betreft de doelmatigheidsaspecten. Maar laten wij in ieder geval ervoor
waken dat we geen algemene rekenkamer hier voor gemeentelijke gebieden krijgen,
want op zich heb je daar denk ik niets aan. Het kost alleen een heleboel geld en
we kunnen het zelf ook en ik denk beter.
De heer VAN OS
Een tweetal belangrijke constateringen naar aanleiding van de bespreking van de
rekening. Het belang van het project outputsturing is nogmaals te onderstrepen, zeker
in relatie met verbeteringen van de analyses die dan mogelijk zijn. Een andere
belangrijke constatering is dat er in de commissie iets is gezegd over nadere
regelgeving ten aanzien van voorzieningen en reserves, want daarvan hebben we er
nogal wat. Als die rekeningcommissie dan heel goed functioneert, mijnheer
Bokkelkamp, dan lijkt het misschien op een rekenkamer. Die wilde ik nog even kwijt.
Tot slot hebben wij met de wethouder afgesproken dat we geen bijzondere woorden
meer zouden wijden aan deze rekening bij de totstandkoming. Eigenlijk stelde hij
gewoon: het werk is gedaan en de jaarrekening kan naar de raad, voorlopig worden
vastgesteld. En dat is inderdaad wederom keurig op tijd.
De heer GARRITSEN
Ook lof voor het college voor wat betreft het tijdig aanbieden van de jaarrekening.
Ik heb op een punt toch een beetje kritiek. Wij hebben vanavond de discussie over
de B.S.W. gehad, dat ze zonder begrotingswijziging in feite gelden uitgaven. Ik vind
dat het college en dan gaat het niet om omvangrijke bedragen, toch ook zelf goed
moet kijken of ze geen uitgaven doet die helemaal niet zijn begroot. En op het punt
van reis- en verblijfkosten zijn begrote bedragen met meer dan honderd procent
overschreden. Dan denk ik dat het college daar heel dichtbij zit en als het college