26 SEPTEMBER 1991
366
gemeentes daarmee goede ervaringen heeft. Ik denk met name aan Den Haag op
het gebied van culturele activiteiten. De wijze van invoering en uitvoering van datgene
wat toen is opgezet, zou denk ik anders en beter kunnen, ook verwijzend naar Den
Haag. En er zijn meer steden die op dat terrein wat doen. Met name zijn daar de
bedragen in de culturele sector toch vrij hoog, toegangen tot cursussen, toegangen
tot musea, toegangen tot concerten en al dat soort zaken, de muziekschool, en dan
denk ik dat er best een taak is weggelegd als gemeente om daar wat te doen. En
nogmaals, U heeft gelijk als U zegt dat het toen niet heeft gewerkt, maar ik denk
dat wij geen kopie moeten maken van zoals wij het toen hebben gedaan. Ik denk
dat wij van andere steden waar op dit moment goede ervaringen daarmee worden
opgedaan kunnen leren en dat zegt mij meer dan een studie die in het verleden is
gemaakt.
Wethouder VAN RAAK
Nog even in de richting van de heer Garritsen. Ik denk als je zo'n regeling in het
leven roept en als je dus leert wat er in de loop van de jaren aan methodiek is
ontwikkeld om die regeling effect te laten hebben, dat je dan inderdaad intensiever
gebruik kunt effectueren. Ik denk toch dat onze keuze om niet daar onze prioriteiten
te stellen, maar andere regelingen in het leven te roepen, aan U is voorgelegd en
dat daarmee het geld ook op is.
Akkoord.
227. LOCATIE SCHOUWBURG.
Mevrouw BOIDIN-VAN HOEVE
De beoogde locatie tussen stadskantoor en Kloosterkazerne voor een nieuwe
schouwburg heeft de instemming van de C.D.A.-fractie. Wij vinden eveneens zoals
ook wordt aangegeven een meerwaarde, zeker in relatie tot de culturele infrastructuur,
als wij zien De Beyerd en het instituut kunstzinnige vorming, en als daar een
schouwburg zou kunnen komen zou ons dat een zeer goede zaak zijn. Verder ook
een relatie met het structuurplan binnenstad. Als wij kijken naar het haalbaarheidson
derzoek, richt zich dat naar twee kanten, aan de ene kant een totaal programma op
de plaats en een onderzoek eigenlijk ten aanzien van een splitsing. Met de gegevens
en de informatie die wij nu hebben is ons uitgangspunt een integrale variant. Het
is op dit moment nog niet duidelijk wanneer die afweging plaatsvindt, of het integraal
of gesplitst gaat worden. De variant met betrekking tot splitsing komt op dit moment
niet in het preadvies terug. Wij denken wanneer wij over een splitsing praten, dat
er dan toch een aantal basisfilosofieën vanuit het program van eisen anders zal
moeten zijn. En wij denken dan met name als je praat waarom zo'n totaal program,
als je ziet ten aanzien van de know-how, maar ook automatisering, verdere zaken
die je samen kunt doen voor efficiënt en doelmatig te werken ten aanzien van de
horeca, er dan toch anders zal gaan uitzien. In het onderzoek gaat het, en de voorzit
ter van de commissie heeft dat ook duidelijk aangegeven, om de haalbaarheid van
de locatie en dat is nog geen locatiekeuze. Op dit moment staat er een aantal
deelonderzoeken op de rol dat niet gering is. Die deelonderzoeken worden in gang
gezet zoals ten aanzien van parkeren, de monumentenwet, overleg met defensie, en
