26 SEPTEMBER 1991 369 locatie. Dat is een mogelijkheid. Het betekent voor ons op dit moment zeker ten aanzien van de locatie geen groen licht. Zeker niet. Minimaal zou je kunnen zeggen: het zou het moment kunnen zijn, en dat kennen we dan in Nederland niet maar bijvoorbeeld in Engeland of Duitsland wel, waarop rood overgaat in oranje om op termijn dan nog een keer op groen te kunnen komen. De VOORZITTER In de Nederlandse politiek heeft een oranje knipperlicht een buitengewoon droevige betekenis gekregen en dat heb ik niet uit Uw woorden kunnen opmaken. De heer DE LEEUW Die droevige betekenis wil ik er niet aan geven. De VOORZITTER Maar als U de indruk heeft willen wekken dat Uw fractie nog geen besluit heeft genomen, dan is dat helder overgekomen. De heer GARRITSEN Bij het voorstel dat we zelf eens hier in de raad hebben ingediend om te komen tot een locatiekeuze hebben wij duidelijk aangegeven dat wat ons betrof op zich een locatie op een defensieterrein best te bespreken is, best een mogelijkheid is, maar als je daarover wilt praten dan moetje dat toch zien in het licht van de ontwikkeling van de binnenstadsplannen en met name heel concreet het structuurplan voor de binnenstad. Zo'n belangrijke ingreep die je gaat doen, zo'n belangrijk bouwplan dat je wilt realiseren, zo'n schouwburg, moetje daaraan toetsen. Dat is toen toegezegd door het college, dat zou gebeuren. Die planning was er in feite ook op gericht dat dat structuurplan er natuurlijk al lang had moeten zijn. Maar toen we dit voorstel eerst bespraken in de commissie ad hoe en later in de commissie cultuur hadden we nog geen kennis kunnen nemen van de ontwikkelingen met het structuurplan. Ik heb toen heel uitdrukkelijk al gevraagd - zoals het liep, het was bekend dat met name bij de inspraak over het structuurplan heel wat bezwaren naar voren zijn gekomen op talrijke gebieden, je zit natuurlijk daarmee toch direct om de tafel als je praat over een structuurplan - hoe is nu het oordeel van de provincie over het structuurplan dat we hebben gemaakt? Toen heeft men zowel in de commissie ad hoe, tot drie keer toe heb ik het gevraagd, als in de commissie cultuur gezegd: vanuit de P.P.C. hebben we nog geen reactie. Dit verbaasde mij wat omdat de P.P.C. in juni dit jaar met een reactie is gekomen op het structuurplan, die het college heeft en ik heb mijn verbazing ook erover uitgesproken dat bij alle ingekomen reacties een provinciale reactie op het structuurplan, dat we hebben gemaakt, er niet bij zat. En waar we net een milieubeleidsplan hebben vastgesteld en treurnis wordt uitgesproken over het feit dat hogere overheden daarop niet reageren, vind ik het uiterst merkwaardig dat het college een P.P.C.-advies over het structuurplan binnenstad, dat we toen in die mooie koffer hebben gekregen, in feite niet voor de commissie ter visie legt. En dat ze, sterker nog, zegt: daarvan is ons niets bekend. Ik wil het dan wel overhandigen aan het college. Ik heb hier het P.P.C.-advies wel en daaruit blijkt toch duidelijk dat er op het structuurplan voor de binnenstad, zoals dat was opgezet, behoorlijk wat kritiek wordt geuit. Met name waar het gaat om de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 369