7 MAART 1991 37 ik over de presentatie van deze kadernota denk. Ik had, zo heb ik begrepen van de wethouder, mijn huiswerk niet zo goed gedaan, maar dit was toch heel duidelijk terug te vin den in de begroting van vorig jaar, waarin deze zaak zo was afgesproken. Ik denk dat het toch zo is dat, als de frac ties in de raad vinden dat het zwaartepunt dient te liggen bij de kadernota, het college zich in feite daaraan zou moeten houden. De fracties moeten in feite de poot stijf houden en zeggen: wij vinden het van belang dat de kaderno ta op een fatsoenlijke manier wordt onderbouwd. Je moet het college daarop aanspreken. Het is nu de tweede keer dat dit gebeurt; voor de eerste keer, in het kader van de verkiezin gen die toen werden gehouden, hadden we begrip. Maar voor deze situatie hebben we eigenlijk weinig begrip. En als de wethouder dan in onze richting zegt dat we ons huiswerk niet goed hebben gemaakt, dan vind ik dat een beetje goed koop. Waar het ons om gaat is dat we de kadernota die voor ons ligt nauwelijks op een wijze kunnen bespreken zoals we eigenlijk voor ogen hadden. We hebben afgesproken dat voor de belangrijkste zaken uit deze kadernota een stuk onderbou wing zou komen. Heel concreet noem ik de sector cultuur: we hebben hiervoor niet voor niets twee avonden gepland. De be langrijke plannen in deze kadernota zouden bij de reguliere vergadering aan de orde komen. Dat is helaas niet gelukt. In feite geldt datzelfde voor een aantal andere projecten, knooppuntprojecten worden ze hier genoemd, dat in de kader nota staat. De onderbouwing is er in feite niet. We moeten bij deze bespreking van de kadernota constateren dat in mei, juni een nieuwe discussie plaatsvindt, met wat finale- re besluiten, op grond waarvan straks de begroting wordt in gevuld. Dit even vooraf. Als we deze kadernota met zijn be perkte mogelijkheden bekijken, wil ik er drie punten uitha len. In eerste instantie is dat de sector cultuur. We heb ben als raad een besluit genomen onderbouwd met de bekende nota, dat we voor het bedrag van l\ miljoen, met mogelijk 10 miljoen sponsorgeld, model twee zouden gaan realise ren. Die 17^ miljoen zouden meer dan 20 miljoen gaan wor den: enige meetfouten! Maar op dit moment praten we over 30 miljoen en nog steeds niet over 10 miljoen sponsor bijdragen. Dus de financiële situatie is aanzienlijk veran derd. Dan vraag ik me af en dat heb ik ook al aangegeven bij de discussie waarin we het bedrag gingen verhogen tot 20 miljoen: moeten we zo doorgaan? Want in feite betekent het dat je met de rug tegen de muur staat. Toentertijd zei de heer Sinke dat we nog niets besluiten, maar in oktober gaat, voor zover ik weet, de schouwburg dicht en dan zal er toch iets anders moeten zijn en dan zullen ook de plannen op tafel moeten liggen. Het betekent in feite dat we als raad achter de zaken aanlopen en daarmee hebben we grote problemen. Ik heb begrepen dat dat ook binnen het college het geval is. Binnen een paar maanden tijd praat je in plaats van over 21 miljoen nu over 30 miljoen. Wetende dat in 1993/1994 die schouwburg gerealiseerd moet zijn, dan houden wij echt ons hart vast en hebben we grote twijfels

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 37