26 SEPTEMBER 1991 370 ontwikkeling van de binnenstad en met name de kwaliteit van die binnenstad. En men vond dat het structuurplan dat was wat gemaakt in feite niet kon dienen als structuurbepalend voor de te ontwikkelen bestemmingsplannen. Dat zegt nogal wat. Ik vraag me af waarom het college deze informatie heeft achtergehouden, waarom die stukken gewoon niet bij de andere reacties op het structuurplan zijn meegegaan. Daarop wil ik toch heel duidelijk een antwoord hebben want als ik vier keer vraag naar een reactie van de P.P.C. en ik krijg daarop geen antwoord dan vind ik het merkwaardig dat ik dat dan via andere kanalen wel moet krijgen. Ik wens daarop toch wel een heel duidelijk antwoord want dat vind ik toch informatie achterhouden van het college. En nu is het bekend natuurlijk dat na de informatie die we nadien hebben gehad over het structuurplan met name, en dat was ook de reactie van Groen Links op het structuurplan binnenstad, namelijk: het is natuurlijk een beetje mal dat je de militaire terreinen niet meeneemt, uitdrukkelijk in de reactie naar ons toe is gezegd: die militaire terreinen gaan nu ingevuld worden in het nieuwe structuurplan. We hebben nog niet veel meer gezien dan een paar toch vrij oppervlakkige kaartjes, de tekst en zo is nog niet bekend, en dan is de vraag of - we zijn natuurlijk niet alleen afhankelijk van de provincie - men akkoord kan gaan met de procedures die we nu opstarten en dat is namelijk dat we in feite nu al een keus maken voor de locatie op een militair terrein terwijl we allerlei stedebouwkundige randvoorwaarden eigenlijk niet kunnen beoordelen. Hoe ga je nu toetsen? Dat gaat in feite in een soort matrixje dat op pagina vijf van het raadsvoorstel staat met een aantal plusjes en minnetjes. Die beperkte benadering is denk ik inhoudelijk echt onvoldoende. We hebben met het wegzetten van het stadskantoor op een militair terrein in feite zo'n artikel 19- procedure gekozen. Toen is omdat we een stuk grond over hadden daarbij weer een keuze voor een verhuurkantoor gekomen. Toen is met de keuze van het stadskantoor gezegd: we moeten een opening houden tussen het stadskantoor en de Kloosterkazer ne vanwege de militaire functie. Nu kan het best op termijn en we hopen ook van harte dat het niet meer nodig is, maar de kans is natuurlijk levensgroot aanwezig dat op het moment dat we die schouwburg willen realiseren we het hele terrein nog niet hebben aangekocht. Dat betekent dat er nog langere tijd mogelijk een militaire bestemming op ligt. Dat zou aardig wat roet in het eten kunnen gooien en dan zou het wel eens kunnen zijn dat door de opening van de vijftig meter die daar voor defensie moet zijn, deze locatie op kortere termijn niet bereikbaar is. Juist toen we de keuze maakten om het stadskantoor daar weg te zetten werd gezegd: als we een woningbouwlocatie daarachter willen zetten dan moetje toch ook kijken hoe je dat bereikbaar kunt houden, dan moetje het niet helemaal volbouwen. En als ik nu zie naar de locatie die is gekozen dan krijgen we op een rij staan èn een verhuurkantoor èn het stadskantoor èn een schouwburg èn de Kloosterkazerne. Dat betekent in feite, als ik dan de tekening hier van het structuurplan, de schets, zie dat dat woongebied nog verder wordt ingebouwd en dat betekent dat de woningbouwlocatie in feite tegen achterkanten van gebouwen, om het zo maar te zeggen, aangeplant gaat worden. Dan is de vraag of je dat moet doen. Je kunt zeggen: dat bekijken we later wel, maar ik vind juist voor zo'n belangrijke keuze dat je die zaken toch wat breder moet bekijken en niet kunt zeggen: we gaan dat wel doen en de rest zien we later wel. Want dan krijg je een herhaling van de discussie die we daar aan de overkant van de straat hebben, namelijk dat je ook steeds die hele gevelwand dichtbouwt en dan uiteindelijk moet constateren, als je dan een garage wilt bouwen dat de relatie tussen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1991 | | pagina 370